Introles Frans - 10 maart 2021

1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat weet je al van Frankrijk?

Slide 3 - Slide

Welke Franse producten,
merken of steden ken je al?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Hoeveel keer groter is Frankrijk vergeleken met Nederland?

A
12
B
14
C
16
D
26

Slide 6 - Quiz

Hoeveel mensen wonen er in Frankrijk?
A
38 miljoen
B
52 miljoen
C
66 miljoen
D
71 miljoen

Slide 7 - Quiz

Wie is de president van Frankrijk ?
A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

Hoe heet het Franse volkslied?

A
La Mayonnaise
B
La Marseillaise
C
Louis XIVe
D
La Bouillabaisse

Slide 9 - Quiz

Wat is dit voor
hoofddeksel ?

A
Een vingerhoed
B
Een baret
C
Een nachtmutsje
D
Een zonnehoed

Slide 10 - Quiz

Waar komt de croissant oorspronkelijk vandaan?

A
Frankrijk, duh!
B
Nee joh, België!
C
Echt niet, Oostenrijk toch?
D
Welnee, Zwitserland!

Slide 11 - Quiz

Wat zijn allemaal Franse
automerken ?
A
Peugeot, Renault, Citroën
B
Renault, Citroën, Opel
C
Fiat, Renault, Peugeot
D
Peugeot, Citroën, Fiat

Slide 12 - Quiz

Hoe heet de hond van
Astérix en Obélix?
A
Paradontix
B
Idéfix
C
Larsix
D
Netflix

Slide 13 - Quiz

Aan welke sport wordt er op
Roland Garros gedaan ?

A
Voetbal
B
Geen, Roland Garros is een acteur
C
Tennis
D
Paintball

Slide 14 - Quiz

Wat is de leus van Frankrijk ?
A
Allez les bleus !
B
Liberté, Égalité, Beyoncé !
C
Vive la France !
D
Liberté, Égalité, Fraternité !

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Ken je landen waar
Frans gesproken wordt?

Slide 17 - Mind map

Landen waar Frans een officiële taal is

Slide 18 - Slide

Hoeveel mensen in de wereld
spreken Frans?

A
274 miljoen
B
66 miljoen
C
189 miljoen
D
200 miljoen

Slide 19 - Quiz

Welke Franse woorden
ken je al?

Slide 20 - Mind map

Slide 21 - Video

Bonjour, je m’appelle …
We gaan een kennismakingsgesprekje voeren in het Frans!

Ik heet ....  =  Je m'appelle ....
Ik ben .... jaar  =  J'ai .... ans
Ik heb  =  J’ai
     een broer  =  un frère
     een zus  =  une soeur
     een moeder  =  une mère
     een vader = un père


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide