Glycemie

Glycemie
Na de les kan je:
- De normaalwaarden van de bloedsuikerspiegel benoemen
- Correct een capillaire meting uitvoeren
LPD 31 (Gezondheidszorg)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GEWESecundair onderwijs

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Glycemie
Na de les kan je:
- De normaalwaarden van de bloedsuikerspiegel benoemen
- Correct een capillaire meting uitvoeren
LPD 31 (Gezondheidszorg)

Slide 1 - Slide

Glycemie
= bloedsuiker 
= Hoeveel suiker is er in het bloed aanwezig?

Dit wordt uitgedrukt in mg/dl

Slide 2 - Slide

Glycemie
Voor de maaltijd: 70-110 mg/dl
2 uur na de maaltijd: minder dan 180 mg/dl


Hypoglycemie (te lage waarde): minder dan 60-70 mg/dl
Hyperglycemie: meer dan 180 mg/dl


Bovenstaande waarden zijn algemene richtwaarden. Iedere persoon heeft persoonlijke streefwaarden. Bespreek het streefbereik met de arts. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Meten glycemie
Belangrijk: VOOR de voeding!

Vóór het ontbijt;
vóór het middagmaal;
vóór het avondmaal;
vóór het slapengaan.  

Slide 5 - Slide

Glycemie meten

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Voorbereiding
• Handen wassen met water en zeep, nadien goed afdrogen.
• Indien handen wassen onmogelijk is: 1ste bloeddruppel wegvegen en 2de druppel bloed gebruiken om de meting uit te voeren.
• Strip nemen uit het doosje. Het doosje direct terug sluiten omwille van de licht- en luchtgevoeligheid van de strips.
• Controleer de vervaldatum van de strips. Vervallen strips geven foute metingen.
• Strip in bloedglucosemeter brengen.

Slide 8 - Slide

Uitvoering
• Nooit op de vingertoppen prikken= pijnlijk.
• Wissel af van prikplaats; gebruik midden-, ringvinger of pink van de linker en rechter hand.
• Prik op de zijkanten van de vinger, dit is minder pijnlijk.
• Stuwen: dit wil zeggen van beneden naar boven wrijven om een bloeddruppel te bekomen. Dit kan een valse meting geven, doordat er op deze manier een verdunde bloeddruppel bekomen wordt.

Dagelijks naaldje van de vingerprikker vervangen.
• Naaldjes worden bot, waardoor de vingerprik pijnlijk wordt.
• Vaak zwarte puntjes zichtbaar op de vingertoppen.
NOOIT: eenzelfde naald bij twee bewoners gebruiken!

Slide 9 - Slide

Nazorg
1. Verwijder het resterende bloed met een compres
2. Naald in de naaldcontainer
3. Waarde rapporteren aan verantwoordelijke
Wetgeving: "De zorgkundige moet de resultaten van deze metingen tijdig en accuraat rapporteren aan de verpleegkundige;"

!NOOIT als zorgkundige insuline toedienen!

Slide 10 - Slide

Bron
https://www.diabetes.be/nl/leven-met-diabetes/behandeling-van-diabetes/bloedglucose-meten#top 

Slide 11 - Slide