3.f woordenschat

3.f woordenschat
1 / 8
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 8 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

3.f woordenschat

Slide 1 - Slide

Programma
-Nakijken + controleren huiswerk
10 min
-Herhalen literaire ontwikkeling
10 min
-Woordenschat
10 min
-Oefenen
45 min

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?


  • Je weet hoe je de betekenis van woorden kan achterhalen.
  • Je kan een gegeven betekenis aan een woord koppelen.
  • Je kan zelf de betekenis van een woord bedenken of uit de zin afleiden. 
  • Je kan zelf nieuwe zinnen maken waaruit de betekenis van woorden blijkt. 

Slide 3 - Slide

Huiswerk controleren + nakijken
Open je schrift. 
Ga naar Google Classroom. 
In de map "Nederlands h1t" vind je een kopje met "Antwoorden". 
Daarin staan de antwoorden van 3e.
Kijk je gemaakte opdrachten na. 


Slide 4 - Slide

Leesautobiografie

Vorige les hebben we het gehad over literaire ontwikkeling. 
De laatste opdracht was om een leesautobiografie te schrijven. Lees je werk voor. Anderen luisteren en stellen gerichte vragen. 

Slide 5 - Slide

Woordenschat

ervaren - nauwelijks - ontstaan - ontwikkelen - de periode - de psalm - specifiek - de taalkundige - verwant - voortdurend - aldus - beproeving - expert - moraal - onderscheid - overkoepelend - schema - slogan - steekwoord - tot overmaat van ramp - bondgenootschap - compact - inclusief - inkorten - noteren - reproduceren - teken - tendens - volzin - wapenwedloop - anoniem - canon - dialect - hoogtepunt - modern - monnik - omstreeks - perkament - refrein - taalgebruik - aankunnen - autobiografie - behoefte - bovendien - brainstorm - complex - documenteren - dossier - realistisch - uitwisselen. 

Slide 6 - Slide

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Leesautpbiografie!
Hoofdstuk 3 paragraaf f, literaire ontwikkeling, opdracht 1-5.
Hoe?
Oefenboek blz 54-57.
Handboek blz 106-107 & 46.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 11.10.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Huiswerk volgende week, zie Magister/Studiewijzer. 

Slide 7 - Slide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet hoe je de betekenis van woorden kan achterhalen. 

Je kan een gegeven betekenis aan een woord koppelen. 
Je kan zelf de betekenis van een woord bedenken of uit de zin afleiden. 


Je kan zelf nieuwe zinnen maken waaruit de betekenis van woorden blijkt.

Slide 8 - Drag question