5.g Woordenschat

5.g Woordenschat
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

5.g Woordenschat

Slide 1 - Slide

Programma
-Huiswerk nakijken + controleren
10 min
-Herhalen Bespreken en beoordelen
10 min
-Woordenschat
10 min
-Ballondebat

-Zelfstandig werken
20 min

15 min


Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Ik weet hoe ik de betekenis van woorden kan achterhalen;
  • Ik kan een gegeven betekenis aan een woord koppelen;
  • Ik kan zelf de betekenis van een woord bedenken of uit de zin afleiden;
  • Ik kan zelf nieuwe zinnen maken waaruit de betekenis van woorden blijkt. 

Slide 3 - Slide

Fictie
Deadline fictie vanavond vrijdag 20 juni 23:59! 
Zie opdracht in Classroom.

Slide 4 - Slide

Huiswerk controleren + nakijken
Open je schrift. 
Ga naar Google Classroom. 
In de map "Nederlands h1t" vind je een kopje met "Antwoorden". 
Daarin staan de antwoorden van vorige les.
Kijk je gemaakte opdrachten na. 


Slide 5 - Slide

Vanuit welke twee invalshoeken kan je een verhaal bespreken en beoordelen?

Slide 6 - Open question

Bespreken en beoordelen
Beleven en herkennen;
Reflecteren;
Analyseren;
Gedichten;
Interpreteren. 

Slide 7 - Slide

Woordenschat
empathie - humeur - identificatie - identiteit - inzameling - persoonlijk - saamhorigheid - solidariteit - vingerafdruk - voor paal zetten - bevorderen - essentieel - formeel - degeneratie - informeel - inzetten - over koetjes en kalfjes praten - sfeer - suggestief - verbaal - complex - redacteur - feedback - informatief - mindmap - omschrijven - relevant - structuur - verplaatsen in - vrijwel - eventueel - formuleren - gezelschapsspel - materialen - oriënteren - opzet - overzichtelijk - verduidelijken - voldoen - wijs - bestseller - criticus - ellendig - klunzig - milieu - onzeker - plotseling - signalement - typisch - uiterst - criterium - heftig - interpreteren - invalshoek - meeslepend - norm - ontroerend - reflecteren - uitwerken - verwachten. 

Slide 8 - Slide

Ballondebat
Je stapt met vier andere leerlingen in een luchtballon. OH NEE! De ballon is stuk!! Er kan er maar één overleven! Degene met de beste argumenten, overleeft deze helse rit. 
Stap 1: Je kiest een personage. Dit mag IEDEREEN zijn.
Stap 2: Je bedenkt ten minste drie argumenten waarom jij in de luchtballon moet blijven. 

We spelen drie rondes. Elke ronde stemt het publiek (= de rest van de klas) wie helaas niet overleeft.

Slide 9 - Slide

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Hoofdstuk 5, paragraaf G, opdracht 1 t/m 5. 
Hoe?
Oefenboek blz 90. 
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 12:50.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
-Huiswerk gisteren, Zie LessonUp/Magister/Studiewijzer. 
-Huiswerk volgende week, Zie LessonUp/Magister/Studiewijzer. 

Slide 10 - Slide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Ik weet hoe ik de betekenis van woorden kan achterhalen.



Ik kan een gegeven betekenis aan een woord koppelen.
Ik kan zelf de betekenis van een woord bedenken of uit de zin afleiden.
Ik kan zelf nieuwe zinnen maken waaruit de betekenis van woorden blijkt. 

Slide 11 - Drag question