Orthopedagogiek - Hechting en automutilatie

Zelfbeschadiging
1 / 51
next
Slide 1: Slide
VPROMBOStudiejaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Zelfbeschadiging

Slide 1 - Slide

Online lessen
Afspraken:
- Iedereen heeft de camera aan; doe je hem tussendoor uit? Dan zet ik je op afwezig. 
- Probeer actief bij de les aanwezig te zijn, ik geef de beurt aan random mensen! 
- We proberen er samen het beste van te maken :) 

Slide 2 - Slide

Huiswerk orthopedagogiek
Toets wordt verplaats naar periode 3 lesweek 5
Eind periode 4 psychiatrie
In de tussentijd; portfolio. Daarmee starten we periode 3. 

Slide 3 - Slide

Lesplanning
  • Doelen van vandaag 
  • Zelfbeschadiging 
  • Hechtingsstoornis 
  • Toevoegen digitale leeromgeving en afronden

Slide 4 - Slide

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

- Weet jij wat zelfbeschadiging inhoudt

- Weet jij wat redenen en gevolgen kunnen zijn van zelfbeschadiging

Ken jij het verschil tussen een hechtingsstoornis en hechtingsproblematiek

- Ken jij de risico- en beschermingsfactoren van hechting 


Persoonlijk doel: Wat zou jij willen leren over dit onderwerp?

Slide 5 - Slide

Wie kan er iets vertellen over zelfbeschadiging? Ervaringen/verhalen

Slide 6 - Open question

Wat is een ander woord voor zelfverwonding of zelfbeschadiging?
A
agressie
B
automutilatie
C
rumineren
D
stereotyp gedrag

Slide 7 - Quiz

Yes we can! 
https://www.videoland.com/player/90404//500734
26:45 



Beantwoord de vragen: 






Slide 8 - Slide

Vragen fragment YES we can!
Vragen fragment YES we can!

 

Schrijf individueel op:
1. Wat valt je op aan deze twee meiden?
2. Wat zijn de redenen van deze meiden mbt zelfbeschadiging?
3. Welke redenen kun jij nog meer bedenken?
4. Is zelfbeschadiging een oorzaak of een gevolg van deze meiden? en waarom?











timer
5:00

Slide 9 - Slide

Automutilatie
  • Het zichzelf beschadigen en pijn doen, soms met behulp van hulpmiddelen. 

  • Het is een vorm van dwangmatig, zelf verwondend gedrag'

  • Bij meer dan de helft van de mensen met een ernstige verstandelijke beperking komt automutilatie voor.

  • Hoe ernstiger de verstandelijke beperking, hoe groter de kans

  • Samenhang van automutilatie en niveau van communicatie, taalontwikkeling en zelfredzaamheid  

Slide 10 - Slide

Waarom automutilatie?

Slide 11 - Slide

Vormen van automutilatie
www.menti.com code: 
Vul in; welke vormen van automutilatie kun jij benoemen?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De belangrijkste oorzaak of reden van automutileren is een gebrek aan probleem oplossend vermogen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Wijkgericht Werken, les 3

Slide 17 - Slide

Inhoud
•Mededelingen
• Lesdoelen
• Energizer
• Wet en regelgeving
• Oefenen met casussen
• Check out

Slide 18 - Slide

Mededelingen

2 gasten in de les 
16 maart trainingsochtend
examens vanaf 9 april 

Slide 19 - Slide

Lesdoelen
De student kent de 6 wetten die van toepassing zijn bij sociaal werk. 
De student kan aan de hand van een casus uitleggen welke wet of regelgeving  van toepassing is. 
De student kan benoemen wat de rechten zijn van de cliënt. 

Slide 20 - Slide

Energizer 
Wat is er veranderd bij de ander?


Slide 21 - Slide

Terug koppeling 

Slide 22 - Slide

Wet en Regelgeving 

Slide 23 - Slide

Met welke wetten komen wij in aanraking als sociaal werker?

Slide 24 - Open question

Jeugdwet


Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)

Participatiewet


AVG


Zorgverzekeringswet


Wet Langdurige Zorg (WLZ)

Slide 25 - Slide

Wat is de gemeente verplicht?
  • Mantelzorg ondersteuning
  •  Passende ondersteuning 
  • Zowel PGB als ZIN
  • Onafhankelijke cliënt ondersteuning 
  • Inkoop en kwaliteit
  • Algemene, collectieve en maatwerkvoorzieningen

Slide 26 - Slide

Casus 1

Bas (22) heeft een verstandelijke beperking en ADHD, woont nog bij zijn ouders. Bas is samen met zijn ouders terecht gekomen bij het wijkteam voor een keukentafelgesprek. De vraag die ze daar stellen is:
ouders en Bas zijn er allebei over uit dat hij een eigen woonplek nodig heeft voor zijn ontwikkeling. 
Welke wet is hier van toepassing?

Slide 27 - Slide

Casus 2
Myrthe (32) en Joep (28) hebben een tweeling (3) en een zoon (6). Ouders zijn moe, door COVID19 hebben zij afgelopen maanden alle kinderen thuis, doordat de scholen en kinderdagverblijven dicht zijn. Joep werkt 40 uur op de vrachtwagen. Ouders hebben geen netwerk waar de kinderen af en toe heen kunnen. Alle zorg ligt op dit moment bij moeder en zij heeft wat ruimte nodig om de zorg weer goed op te kunnen pakken. Ouders gaan een gesprek aan met het wijkteam om te kijken welke mogelijkheden er zijn. 
Welke wet is hier van toepassing?
 

Slide 28 - Slide

Casus 3
Joke (63) heeft MS waardoor het haar niet meer lukt om de zwaardere huishoudelijke taken te doen. De dagelijkse huishoudelijke taken gaan haar goed af. 
Daarnaast heeft zij geen dagbesteding en zou ook iets willen betekenen voor de maatschappij. 
Welke wet is hier van toepassing?

Slide 29 - Slide


https://LessonUp.app/invite/h/Z3sMQjy6BCQk6Leci

Hier kan je de workshop terug kijken van vorige periode 

Slide 30 - Slide

Lesdoelen
De student kent de 6 wetten die van toepassing zijn bij sociaal werk. 
De student kan aan de hand van een casus uitleggen welke wet of regelgeving  van toepassing is. 
De student kan benoemen wat de rechten zijn van de cliënt. 

Slide 31 - Slide

Automutilatie
  • Het zichzelf beschadigen en pijn doen, soms met behulp van hulpmiddelen. 

  • Het is een vorm van dwangmatig, zelf verwondend gedrag'

  • Bij meer dan de helft van de mensen met een ernstige verstandelijke beperking komt automutilatie voor.

  • Hoe ernstiger de verstandelijke beperking, hoe groter de kans

  • Samenhang van automutilatie en niveau van communicatie, taalontwikkeling en zelfredzaamheid  

Slide 32 - Slide

Check Out

Slide 33 - Slide

Stel; jij werkt als persoonlijk begeleider met deze doelgroep, wat zal belangrijk zijn in de begeleiding?

Slide 34 - Open question

Persoonlijk begeleider; hoe ga je ermee om?

                                                               Wat moet je vooral niet doen................?
  • maar ook......niet staren naar de zelfbeschadiging !!
  • Erkennen, herkennen en bespreken problematiek​
  • Vertrouwensband opbouwen
  • Dagboek bijhouden: trend wanneer het plaatsvindt​
  • Ontdekken welke stressmomenten bepalend zijn​
  • Aanbieden van dagbesteding
  • Stichting Zelfbeschadiging -> 355 alternatieven​
  • O.a. omgaan met woede, ontspanningsoefeningen, hulp leren vragen, schrijven fysieke uitdagingen, bewustwording​






Slide 35 - Slide

Tijd voor een kopje koffie/thee :)

Slide 36 - Slide

Behandelingen
Verschillende soorten behandelingen

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

HECHTING

Slide 39 - Slide

Waar denk jij aan bij het woord hechting?

Slide 40 - Mind map

Wat is hechting?
Hechting is de duurzame emotionele band tussen ouder en kind die ontstaat in het eerste levensjaar​


Kind voelt zich vertrouwd​
Maakt vaak contact met ouder/verzorger​
Laten zich snel door hen geruststellen​
Durft van alles te onderzoeken

Twee pijlers: ​
Veilige basis: Kind weet en voelt in onbekende situaties terug te kunnen gaan naar zijn ouder​

Veilige haven​: ​Kind heeft contact met de ouder als hij/zij een onbekende ruimte aan het verkennen is (bv. via oogcontact, zwaaien o.i.d.).












Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

Onveilige hechting

3 indelingen:​

Vermijdend gehechte kinderen​
‘te enthousiast’ op onderzoek uit, geen contact ouder, denken het zelf te moeten oppakken​

Ambivalent of afwerend gehechte kinderen​
Onderzoeken hun omgeving juist te weinig, accepteren geen troost​

Gedesoriënteerde gehechtheid​
Kind lijkt doelloos te handelen 







Slide 44 - Slide

Hechtingsproblematiek vs. hechtingsstoornis
  • Kind/jongere die niet goed gehecht is heeft niet meteen een hechtingsstoornis. 
  • 25 - 30 % van de Nederlandse bevolking is niet volledig veilig gehecht, 1 % van de Nederlandse bevolking heeft een hechtingsstoornis. 

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Video

Voorwaarden voor veilige hechting
  1. Sensitief reageren: ouder staat open voor signalen van het kind, begrijpt de signalen en reageert snel en agequaat. 
  2. Continuïteit: er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig. 
  3. Mentaliseren: ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook. 

Slide 47 - Slide

Risicofactoren tijdens het hechtingsproces

Slide 48 - Slide

Beschermende factoren tijdens het hechtingsproces

Slide 49 - Slide

Schrijf op:
1. Hoe is de band met je ouder(s)/verzorger(s)? 

2. Schrijf een situatie op waarin de hechting/band met je ouder(s)/verzorger(s) (even) verstoord was. Wat maakte dat de hechting/band (even) verstoord was? 

3. Is deze hechting/band wel/niet weer hersteld? Waardoor kwam dit denk je? 

timer
5:00

Slide 50 - Slide

Aan de slag
Methodiek herzien:
- Thema 2 hoofdstuk 8 alle opdrachten niveau 3 en 4
GGZ2
- Thema 1 opdracht 1 tm 9

Slide 51 - Slide