HAVO - Studyflow - Proef SO Grammatica 3 + 4

Proef SO Grammatica 3 + 4
3_Zinsdelen: wie doet wat?
4_Allerlei soorten zinnen

Succes!


1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Proef SO Grammatica 3 + 4
3_Zinsdelen: wie doet wat?
4_Allerlei soorten zinnen

Succes!


Slide 1 - Slide


Hoeveel zinsdelen bevat deze zin?
De docent kijkt het proefwerk snel na.
Let op: omdat de persoonsvorm onderdeel is van het werkwoordelijk gezegde, tel je de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde als één zinsdeel.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 2 - Quiz


Verander het onderwerp en de persoonsvorm van de volgende zin van getal (schrijf de hele zin op):
Ik wandel elke dag een uur in het bos.

Slide 3 - Open question

Josefien leest veel boeken in de vakantie.
veel boeken =
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
persoonsvorm

Slide 4 - Quiz

Onze buurt heeft veel mooie huizen.
Onze buurt =
A
lijdend voorwerp
B
persoonsvorm
C
onderwerp

Slide 5 - Quiz

Wij rennen vandaag 5 kilometer.
rennen =
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
persoonsvorm

Slide 6 - Quiz

Wat is het volledige onderwerp van de volgende zin:
Gisteren zijn papa en mama uit eten geweest.

Slide 7 - Open question

Je ziet een zin en een werkwoord tussen haakjes. Vul de
ik-vorm van het werkwoord in.
(Lopen) door!



Slide 8 - Open question

Maak een vraagzin. Zet de zinsdelen in de juiste volgorde:
hoe - Weet - jij - heet? - zij

Slide 9 - Open question

Maak van deze zin een vraagzin:
Hanna gaat een nachtje kamperen in de tent.

Slide 10 - Open question

Is dit een enkelvoudige zin of een samengestelde zin:
Ronald tennist elke vrijdag twee uur.

A
samengestelde zin
B
enkelvoudige zin

Slide 11 - Quiz


Welk deel van deze samengestelde zin is een hoofdzin:
Bilal eet een pizza, terwijl hij eigenlijk meer zin in friet heeft.

A
het eerste deel
B
het laatste deel
C
het eerste en het laatste deel

Slide 12 - Quiz

Is deze zin een bevelende zin:
Loop jij hard?


A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Mededelende zin
Geen mededelende zin
Onze hond is gisteren aangereden.
Zet jij het vuilnis even buiten?
Weet jij hoe laat het is?
De zon schijnt al de hele dag.

Slide 14 - Drag question