CoVa

CoVa
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

CoVa

Slide 1 - Slide

Voor een goede relatie met zorgvragers is het belangrijk dat je actief luistert.

Slide 2 - Slide

Soorten vragen
Wat voor soorten vragen ken je?

Slide 3 - Open question

Waarom is de juiste vraagstelling belangrijk?

Slide 4 - Slide

Soorten vragen
Open vragen
gesloten vragen
suggestieve vragen
controle vragen
tegen vragen/ doorvragen

Slide 5 - Slide

Open vragen
• laat je de ander zonder terughoudendheid praten;
• verzamel je brede, algemene informatie;
• creëer je een betere verstandhouding.

Open vragen zijn ontspannend, vriendelijk, enkelvoudig, duidelijk, begrijpelijk, ‘onschuldig’.


Slide 6 - Slide

Open vragen beginnen met: 
Wie, Wat, Waar, Waarmee, Wanneer of Hoe.

Probeer geen ‘waarom vragen’ te stellen: die geven de ander het gevoel zich te moeten verantwoorden. Je kunt ook beginnen met ‘hoe komt het dat..?'

Slide 7 - Slide

Gesloten vragen
• stel je als je behoefte hebt aan bepaalde informatie
• zijn geschikt als je in korte tijd specifieke informatie wilt verzamelen;
• geven vaak alleen dié informatie waarom je gevraagd hebt;
• leveren meestal korte en bondige antwoorden op: ‘ja’, ‘nee’, ‘misschien’.
• sturen het gesprek en ze zorgen dat je recht op je doel afgaat;
• kunnen al gauw lijken op een ‘kruisverhoor’.

Slide 8 - Slide

Suggestieve vragen
Stuurt bewust naar een ‘ja’ of ‘nee’ antwoord.
Gebruik daarom zo weinig mogelijk suggestieve vragen.
Soms kunnen ze nuttig zijn, bijvoorbeeld als je de ander wilt overhalen of als je een bevestiging wilt van wat je hebt afgesproken.
Bij een suggestieve vraagt klinkt in je vraag het gewenste antwoord al door.
• U wilt zeker geen koffie meer?
• U bent van mening dat....?
• U bent nog tevreden hoe ik het doe?



Slide 9 - Slide

Controle vragen
 Een controlevraag stel je om erachter te komen of je begrijpt wat de ander bedoelt. Dat geeft je de kans bij te sturen als het nodig is. 

• Heb ik dit voldoende toegelicht?
• Wat vindt u van deze benadering?
• Herkent u wat ik zeg?
• Bent u het met mij eens, dat....?
• Hoe komt dit bij u over?


Slide 10 - Slide

Dubbelvraag
Een gemakkelijke valkuil is de dubbelvraag. In een dubbelvraag worden twee vragen in één vraag gesteld.


Risico is een onvolledig antwoord

Voorbeeld
‘Waar heb je hiervoor gewerkt en wat waren je taken?’

Slide 11 - Slide

Tegenvragen
Er zijn ook tegenvragen.
Tegenvragen kun je stellen om (weer) regie over het gesprek te krijgen of te houden.
Voorbeeld tegenvragen:
• Hoe bedoelt u?
• Waarom vraagt u dat?
• Wat is de achtergrond van uw vraag?


Slide 12 - Slide

Voorbeelden van Samenvatten
  • Als ik ... zeg, vat ik dan het goed samen wat je zegt?
  • Met andere woorden ... ?
  • Is het belangrijkste dat ... ?
  • Zeg je nu dat ... ?
  • In mijn eigen woorden hoor ik je dit zeggen ..., klopt dat?
  • Is de kern van wat je zegt dat ... ?
  • Kan ik - met wat je nu zegt - samenvatten met ...
  • Bedoel je te zeggen dat ... ?
  • Zeg je nu dat ... ?

Slide 13 - Slide

Wilt u gewassen worden?

Is een
A
open vraag
B
tegen vraag
C
gesloten vraag
D
suggestieve vraag

Slide 14 - Quiz

Is mijn uitleg over het dieet duidelijk geweest?
A
controle vraag
B
open vraag
C
suggestieve vraag
D
tegen vraag

Slide 15 - Quiz

Waar wilt u vandaag eten?
A
gesloten vraag
B
overbodige vraag
C
suggestieve vraag
D
open vraag

Slide 16 - Quiz

Vind u ook dat het tijd is om te eten?
A
gesloten vraag
B
suggestieve vraag
C
tegen vraag
D
openvraag

Slide 17 - Quiz

Het is toch geweldig dat uw kinderen zo vaak op bezoek komen?
A
Gesloten vraag
B
Open vraag
C
Suggestieve vraag
D
Reflectieve vraag

Slide 18 - Quiz

Wat vind je van jouw collega's op de nieuwe afdeling?
A
Reflecterende vraag
B
Open vraag
C
Gesloten vraag
D
Indirecte vraag

Slide 19 - Quiz

Welke eigenschappen en kwaliteiten heb je voor dit examen ingezet?
A
Reflecterende vraag
B
Open vraag
C
Gesloten vraag
D
Door-vraag

Slide 20 - Quiz

Ezelsbruggetjes
 Laat OMA thuis, neem LSD mee
 Denk aan ANNA (altijd navragen, nooit aannemen)
 Smeer NIVEAU
 Wees een OEN
 DIK is mooi (denk in kwaliteiten)
 Doe als een KOE Kaken op elkaar
 Voer het gesprek als een HELD (herkennen, erkennen, loslaten en doorgaan)

Slide 21 - Slide

BPV-meter
Ga naar debpvwijzer.nl en check welke criteria dit thema ‘beroepshouding’ raken.

Slide 22 - Slide