Les 10 vrije tijd en perfectum

Les 10 vrije tijd en perfectum
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Les 10 vrije tijd en perfectum

Slide 1 - Slide

Lesdoel
How do you talk about your leisure time (vrije tijd) in Dutch?
What do people do in their leisure time?
What tense can you use to talk or write about something that has happened in the past (vroeger).

Slide 2 - Slide

Welk seizoen is dit? Wat zie je in de foto?
For individual students: write down your answers.

Slide 3 - Slide

Welk seizoen is dit? Wat zie je op de foto? 
For individual students: write down your answers.

Slide 4 - Slide

Task
Open the document Spreektaal Vrije tijd hoofstuk 4 Een dagje uit (blz. 23). 
Lees de tekst en luister naar de audio.

Slide 5 - Slide

Grammatica-tense: perfectum
Wat heb jij dit weekend gedaan?
What did you do this weekend?

Ik ben naar de Keukenhof geweest.
I have been to the Keukenhof. 


Slide 6 - Slide

When do you use the perfectum?
If you want to talk about something that has happend already, and is now finished, you use the perfectum (voltooide tijd). The perfectum has 2 verbs, the finite verb + past participle (voltooid deelwoord)
Voorbeeld:
Het regent → Het is nu aan het regenen.
Het heeft geregend → De regen is voorbij, het is nu droog.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Voltooid Deelwoord
Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-
gelopen - gefietst - gemaakt

Een voltooid deelwoord kan ook met be- beginnen
betaald -  begroet - begraven

Een voltooid deelwoord kan ook met ver- beginnen
verrast - verteld - verhuisd

Zwakke werkwoorden: -t of -d
Sterke werkwoorden: -t of -en

Slide 9 - Slide

Voltooid Deelwoord
Een voltooid deelwoord kan ook met ont- beginnen
ontdekt - ontwaakt - ontvoerd
Een voltooid deelwoord kan ook met her- beginnen
herdenkt - herplaatst - hersteld
 
Een voltooid deelwoord eindigt op: 
Zwakke werkwoorden: -t of -d
Sterke werkwoorden: -t of -en

Slide 10 - Slide

Wat is een voltooid deelwoord?
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Persoonsvorm

Slide 11 - Quiz

Wat is hier het voltooid deelwoord?
Ze hebben gisteravond samen macaroni gegeten.
A
Ze
B
Hebben
C
Macaroni
D
Gegeten

Slide 12 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin?

Ik heb sperziebonen gekocht.
A
lust
B
heb
C
wist
D
gekocht

Slide 13 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

verven
A
geverft
B
geverfd
C
gevervt
D
gevervd

Slide 14 - Quiz

Voltooid deelwoord gaat altijd samen met een vorm van de werkwoorden: 
zijn
hebben
worden
In de volgende opgave kies je een vorm van deze WW
en het voltooid deelwoord

Slide 15 - Slide

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
Het ....(hebben - tt) de hele dag .....(regenen - vd)

kies twee antwoorden
A
hebt
B
geregend
C
heeft
D
geregent

Slide 16 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

Jente ....(zijn - tt) gisteren de hele middag in de bibliotheek .....(zijn - vd)

kies twee antwoorden
A
is
B
was
C
geweesd
D
geweest

Slide 17 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

Afgelopen weekend ....(hebben - tt) ik een nieuwe rugzak .....(kopen- vd)

kies twee antwoorden
A
had
B
heb
C
gekoopt
D
gekocht

Slide 18 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
Via Snapchat ....(worden - vt) de foto van ons nieuwe katje .....(sturen - vd)

kies twee antwoorden
A
werd
B
wordt
C
gestuurt
D
gestuurd

Slide 19 - Quiz

Task
Write 3 sentences about what you did last weekend using the perfectum. Hand in your work.

Slide 20 - Slide

Luisteropdracht (extra)
Luister naar de audio. Noteer alle seizoenen en feestdagen die je hoort.
https://open.spotify.com/episode/59z1DiMLmks4etaWhOPawD?si=hG0_Bkv0S9GgXqBjQ0pn0Q&dd=1

Slide 21 - Slide