Afweermechanismen welzijn

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Conflicthantering 26-10

To do

- Hoe zitten we erbij? 

- Stand van zaken 

- Huiswerk 

MIC meldingen 

‘Melding incidenten

cliënten en medewerkers (MIC/MIM)

MIC/MIM melding--> waarom?

Wat geeft afdeling aan? (Waarom MIC/MIM-meldingen invoeren)  

Hoe zat het ook alweer? 

Communicatie op 2 niveau`s 

Inhoudsniveau:

                                  Heeft betrekking op WAT er gezegd wordt, Letterlijke inhoud van een bericht.

                                  Gesproken of geschreven boodschap. Woorden die te lezen of te horen zijn

Betrekkingsniveau:

                                         Hoe moet de boodschap worden opgevat. (De wijze waarop je de vraag stelt)

                                         Welke relatie heb je met de ander? Gelijkwaardig?

                                         Hoe moet de boodschap opgevat worden?

                                         Hoe zie je jezelf ten opzichte van de ander? onbewuste strijd tussen elkaar?

(Niet)effectieve conflicthanteringsstijlen

Niet-effectieve conflicthanteringsstijlen

Forceren en vechten

Ontlopen en vermijden

Aanpassen en toegeven

 Effectieve conflicthanteringsstijlen

Samenwerken en oplossen

Onderhandelen en een compromis zoeken

Afweermechanismen

Let op: Als de ander in de verdediging gaat heeft het geen zin om door te gaan: de ander moet zich eerst gehoord voelen...

wat is projectie?

1. De schuld voor een onlustgevoel te sterk aan jezelf toeschrijven
2. Bij anderen zaken zien waar je zelf bang voor bent.
3. Doen alsof er niets gebeurd is
4. Terugvallen op een lager niveau van functioneren

wat is ontkenning?

1. Wegstoppen om het gevoel niet meer te voelen
2. Terugvallen op een lager niveau van functioneren
3. De bron van onlust vernietigen
4. Doen alsof er niets gebeurd is

Welke afweermechanismes herken je van jezelf?

Huiswerk ABC Model

Het ABC-model is een model waarin je het probleemgedrag objectief analyseert.

Dit doe je door onderscheid te maken tussen wat er vooraf gaat aan het gedrag, het feitelijke gedrag dat je kunt zien en welke gevolgen dit heeft.

 Door het probleemgedrag op deze manier te ontwarren weet je wat het gedrag veroorzaakt, op wat voor manier en hoe vaak het voorkomt en welke beloningen/consequenties er aan het gedrag verbonden zijn waardoor het in stand blijft.

A: Antecedenten - Wat gaat er aan het gedrag vooraf? Waardoor wordt het uitgelokt?

B: Behaviour - Om welk gedrag gaat het? Wanneer en hoe vaak komt het voor?

C: Consequenties - Wat zijn de gevolgen van het gedrag? 

Casus Reshmie 

Zie teams 

Volgende week 

Lesmodule automutilatie

Gastles complementaire zorg (Pamela)