H11.3 Zwangerschap

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

H11: Voortplanting

Hoofdstuk 11

11.1 man en vrouw: voortplantingsorganen

11.2 bevruchting: zaadcel bevrucht eicel. Voorbehoedsmiddelen

11.3 zwangerschap: het verloop van een zwangerschap

11.4 Je lijkt op...: het doorgeven van eigenschappen 

Lesplanning:

 blz. 17 werkboek opdracht 3 t/m 7 

Zwangerschap

Aan de slag 

Afsluiting

Leerdoelen: 

-Je kunt de veranderingen bij moeder en bij kind benoemen. 

-Je kunt het verschil tussen navelstrengader en navelstrengslagader benoemen. 

Veranderingen kind

- 1ste 12 weken van de zwangerschap noem je het ongeboren kind een embryo. Alle organen ontstaan in deze weken. 

-Na 12 weken noem je het kindje foetus. Nu groeit het kindje verder in de buik. 

Veranderingen bij de vrouw

Eerste 12 weken misselijk

vanaf 20 weken buik 

Vaak naar de wc 

Melkklieren groeien

Hoe leeft het kindje in de baarmoeder?

• Het kindje drijft in het vruchtwater. 
• Om het vruchtwater liggen  de vruchtvliezen. 
• Op de plek waar de bevruchte eicel is ingenesteld = moederkoek/placenta
• De embryo/ foetus is via de navelstreng met de placenta verbonden. 

Bloedvaten navelstreng

Afvalstoffen

Voedingstoffen en zuurstof

Welke stoffen zijn schadelijk?

Kahoot: (Na het paasweekend) 

Aan de slag

blz. 24 van je werkboek maken opdrachten 4 t/m 12 

Gebruik uit je tekstboek blz. 127 t/m 129 

Vorige week: blz. 17 werkboek opdracht 3 t/m 7 

Afsluiting

-Je kunt de veranderingen bij moeder en bij kind benoemen.

-Je kunt het verschil tussen navelstrengader en navelstrengslagader benoemen.