Coachen en coördineren Les 7

Coachen en coördineren les 7
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Coachen en coördineren les 7

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- AWR
- Doelen
- terugblik
- theorie
- filmpje
- aan het werk

Slide 2 - Slide

AWR

Slide 3 - Slide

Doelen
Aan het eind van de les 
-kan de student heldere en relevante informatie/instructie geven

Slide 4 - Slide

Het kan zijn, dat jij de begeleiding moet coördineren. Welke zinnen daarover zijn juist?
A
Jij moet dan de voorwaarden creëren die nodig zijn
B
Je vertelt de cliënt wat hij moet doen zonder overleg
C
Gezellig met de cliënt gaan kletsen over koetjes en kalfjes
D
Meehuilen met het verdriet van de cliënt

Slide 5 - Quiz

Hoe zorg je voor een goede samenwerking?

Slide 6 - Open question

Samenwerking met de cliënt en zijn naasten
Als persoonlijk begeleider speel je een belangrijke rol bij het coördineren van de dagelijkse ondersteuning van de cliënt. Dit doe je veelal in overleg met direct betrokkenen, zoals de partner. Je aanpak is erop gericht de cliënt zelf de kans te geven zijn problemen aan te pakken. Je kijkt daarbij vooral naar wat de cliënt in zijn situatie en met zijn mogelijkheden nodig heeft en wat hij zelf kan.





Slide 7 - Slide

Centraal staat de dialoog tussen jou als persoonlijk begeleider en de cliënt, waarbij je probeert de hulpvraag duidelijk te krijgen. Voor het achterhalen van de hulpvraag moet je als persoonlijk begeleider beschikken over de volgende competenties:
  • een vraaggerichte basishouding;
  • communicatie- en luistervaardigheden, zoals een empathische en open luisterhouding;
  • kennis van de juiste methoden en technieken en zelfreflectie.



Slide 8 - Slide

Opstellen ondersteuningsplan
In de praktijk komt dit neer op:​





  •  uitleg geven, ​
  • de benodigde hulp activeren, ​
  • toezicht houden of alle betrokkenen hun afspraken nakomen en ​
  • met elkaar besluiten nemen.​
​Ook zorg je voor de juiste uitvoering van het ondersteuningsplan. ​
Je evalueert het plan en stelt het bij als dat nodig is.






Slide 9 - Slide

De naasten die de cliënt bijstaan: Mantelzorgers​
Mantelzorgers:​







  • De directe familieleden, ​
  • vrienden, ​
  • buren en ​
  • andere mantelzorgers.
Je zet je in om hen bij de zorg en hulp te ondersteunen door oprechte aandacht te hebben voor hun inbreng, verwachtingen en belangen. 



Slide 10 - Slide

Je probeert de sociale omgeving van de cliënt zo goed mogelijk te betrekken bij het hulpverleningsproces. ​

Op die manier ontstaat wederzijds begrip en waardering.​










Slide 11 - Slide

Voor een goede samenwerking is het belangrijk dat jij weet:​
wat mantelzorgers doen, ​
hoe zij dit doen, ​
wat zij belangrijk vinden, ​
wat zij nodig hebben en ​
welke problemen ze ervaren. ​
Op die manier kun je werkzaamheden op elkaar afstemmen, elkaar ondersteunen en bijtijds de mantelzorg ontlasten als dat nodig is.​

Slide 12 - Slide

Het kan soms nodig zijn de naasten van de cliënt te adviseren of instrueren over de manier waarop zij de ondersteuning kunnen aanpakken. ​

Of over onderwerpen als het bewaken van financiële grenzen, regelgeving over veiligheid, draagkracht en draaglast.​
 ​






Slide 13 - Slide

Anderzijds kunnen direct betrokkenen jou veel vertellen over de cliënt als die daar zelf niet toe in staat is. ​
Zij staan het dichtstbij de cliënt en weten daardoor vaak het best welke hulp en zorg hun dierbare nodig heeft.​
In je zorg rondom de cliënt heb je ook oog voor de mantelzorger(s)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Wat neem je mee van deze les?

Slide 17 - Open question

Wat vond je van de les?
0100

Slide 18 - Poll

Volgende week
Volgende week gaan we het hebben over samenwerken met cliënt en zijn naasten.

Slide 19 - Slide

Aan het werk.
Maak de opdrachten van learning matters
Kijk eerst even naar wat je precies moet maken!!

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link