In de (1)......... van de rivier is een hoge stroomsnelheid. In de (2)......... vindt veel sedimentatie plaats. Het (3).......... van een rivier is hoger in de winter dan in de zomer. Deze verschillen noemen we het (4)......... . Dijken direct langs de rivier heten (5)........., en bij hoogwater worden de (6)......... gebruikt. Het gebied dat soms kan overstromen heten de (7)..........
Slide 3 - Slide
Herhaling
Vul de tekst aan:
In de (1) bovenloop van de rivier is een hoge stroomsnelheid. In de (2) benedenloop vindt veel sedimentatie plaats. Het (3) debiet van een rivier is hoger in de winter dan in de zomer. Deze verschillen noemen we het (4) regiem . Dijken direct langs de rivier heten (5) zomerdijken, en bij hoogwater worden de (6) winterdijken gebruikt. Het gebied dat soms kan overstromen heten de (7) uiterwaarden
Gebied tussen zomer- en winterdijk: gebruikt voor weiland en bijvoorbeeld campings of natuur
Bebouwen?
geen overstromings-mogelijkheid voor de rivier
Slide 17 - Slide
Kanaliseren
Stuwen en sluizen: regelen waterstand
Bochten afsnijden: hogere stroomsnelheid
Slide 18 - Slide
Verstedelijking
Verstening/verharding = groter oppervlakte straten, wegen en bebouwing.
-> kortere vertragingstijd en piekafvoer
Slide 19 - Slide
Wat deed de mens?
Ontbossen:
weghalen van bomen
weilanden opofferen voor huizen
Verstenen:
huizen bouwen
straten aanleggen
riolering aanleggen
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Einde uitleg
Maak de opdrachten van 1.2: vraag 1 t/m 6
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Winterbed
Buitendijks
Zomerbed
Binnendijks
Uiterwaarde
Zomerdijk
winterdijk
Slide 25 - Drag question
Wat zijn 2 functies van Kribben?
Slide 26 - Open question
Geef twee redenen waarom de bochten uit de rivier zijn gehaald
Slide 27 - Open question
Neerslag
oppervlaktewater
infiltratie
grondwater
fossiel water
Slide 28 - Slide
Bodemsoorten
Klei=afgezet door langzaam stromend water.
Zand=afgezet door stromend water met iets hogere stroomsnelheid.
Slide 29 - Slide
Bodemsoorten
Veen = door sedimentatie van dode plantenresten ontstaan.
Löss = aangevoerd door de wind en erg vruchtbaar
Slide 30 - Slide
Oppervlaktewater
In het westen wordt, doordat grondsoorten als veen en klei er voorkomen, veel gebruik gemaakt van oppervlaktewater. Dit wordt soms gemengd met duinwater. (infiltratie)
Waarom wordt er geen grondwater gebruikt in het westen?
Het westen ligt grotendeels beneden NAP, het grondwater is te zout.