🛣️ straat – 🛍️ boodschappen – 🌴 vakantie – 🏫 school – ✈️ reizen – ☀️ weer – ⏸️ pauze
1. In de zomer gaan wij op __________ naar Spanje.
2. Mama doet op zaterdag altijd de __________ in de supermarkt.
3. De kinderen spelen op de __________ met hun step en bal.
4. Als het mooi __________ is, gaan we naar het strand.
5. Op __________ leer ik lezen, rekenen en schrijven.
6. Tijdens de __________ eten we een boterham en spelen we buiten.
7. Wij willen graag met het vliegtuig __________ naar een ander land.