Herhaling voor de toets

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

T3- Herhaling voor de toets

Vorige les 

• Oefentoets 

Vandaag 

• Wat leren voor de toets?
• Leerstof herhalen
• Oefentoets nakijken  

Wat moet je leren voor de toets?

1.5 woorden

1.7 grammatica 

1.8 spelling 

2.8 spelling 

2.5 woorden en 2.7 grammatica hoeft niet!

1.5 woorden

Leer de woordenlijst van 1.5. Op Magister bij de toets zet ik in een link naar de flashcard zodat je kan oefenen

1.7 grammatica 

-Samengestelde zinnen maken

-Hoofd- en bijzinnen gebruiken 

-Voegwoorden gebruiken 

1.7 grammatica

Gelukkig hoef ik nooit de vaat af te drogen. We hebben een afwasmachine. 

Maak van de twee zinnen hierboven een samengestelde zin. 

Gelukkig hoef ik nooit de vaat af te drogen, want we hebben een afwasmachine. 

1.7 grammatica 

Hoofdzinnen en bijzinnen 

Hoofdzin = belangrijkste zin

Bijzin= minder belangrijke zin -> komt vaak na het voegwoord

 Bibi gaat het liefst op haar scooter naar school, terwijl ze op loopafstand van het gebouw woont.

1.8 spelling- pv in samengestelde zinnen en leestekens 

• Een enkelvoudige zin heeft één persoonsvorm:
  

Hij moet hard leren voor de toets.

• Een samengestelde zin bestaat uit meer dan één zin. Elke zin heeft een eigen persoonsvorm.
  

Ik leer de toets, want ik wil graag een goed cijfer halen.

Leestekens 

we gaan een spelletje doen oke Zullen we kaarten dammen of puzzelen vroeg Minke aan Danny

Plaats leestekens in de zin

'We gaan een spelletje doen, oke? Zullen we kaarten, dammen of puzzelen?' vroeg Minke aan Danny.

2.8 spelling - verschil pv en voltooid deelwoord

Vraag op de toets kan zijn:

2.8 spelling - zelfstandig naamwoord in het meervoud spellen

a) garages

b) hobby's

c) kruizen

d) menu's

e) tosti's 

Wat kan je nu doen?

Test jezelf maken online:

1.5

1.7

1.8

2.8