Campus013 herhaling H1

1 / 64
next
Slide 1: Slide
EconomieBasisschoolGroep 1

This lesson contains 64 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
1e lesuur          herhalen 1.1 en 1.2
                             opdrachten maken 1.1 en 1.2
                             opdrachten nakijken 

2e lesuur         herhalen 1.3 en 1.4
                             opdrachten maken 1.3 en 1.4
                             opdrachten nakijken 
                             de les beoordelen

Slide 2 - Slide

1.1 & 1.2
Productiefactoren 
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap

Slide 3 - Slide

1.1 & 1.2
Productiefactoren
Kapitaal                                   huur/rente                               
Arbeid                                      loon
Natuur                                      pacht
Ondernemerschap             winst

Slide 4 - Slide

1.1 & 1.2
Productiefactoren
Kapitaal                                   huur/rente                               
Arbeid                                      loon                               primaire inkomen
Natuur                                      pacht
Ondernemerschap             winst

Slide 5 - Slide

1.1 & 1.2
Brutoloon                                                  Nettoloon

Slide 6 - Slide

1.1 & 1.2
Brutoloon                                                  Nettoloon




                                sociale premies

Slide 7 - Slide

1.1 & 1.2
Brutoloon                                                  Nettoloon

                                                                                            


                                sociale premies
besteedbaar inkomen
secundaire inkomen

Slide 8 - Slide

1.1 & 1.2
Hoe zorgt een bedrijf ervoor dat jij bij hun komt winkelen?

Slide 9 - Slide

1.1 & 1.2
Hoe zorgt een bedrijf ervoor dat jij bij hun komt winkelen?

Slide 10 - Slide

1.1 & 1.2

Slide 11 - Slide

1.1 & 1.2
Welke doelgroep is de reclame voor gemaakt?

Waarom maakt de Albert Heijn reclame voor deze doelgroep?

Slide 12 - Slide

1.1 & 1.2
'natuurlijk' ook bij 1% natuurlijk
'vegan' maar niet dierproefvrij  
'more sustainable fashion' veel fast fashion

Slide 13 - Slide

1.1 & 1.2
Greenwashing is als een bedrijf groener of maatschappelijk verantwoordelijker voordoet dan ze eigenlijk zijn



Slide 14 - Slide

1.1 & 1.2
Duurzaam produceren en consumeren 

Slide 15 - Slide

1.1 & 1.2
Duurzaam produceren en consumeren 

Slide 16 - Slide

1.1 & 1.2
Hoeveel % van het nationaal inkomen is punt D?

Slide 17 - Slide

1.1 & 1.2
Hoeveel % van het nationaal inkomen is punt D?
10%

Slide 18 - Slide

1.1 & 1.2
Hoeveel % van het nationaal inkomen is punt D?
10%

Hoeveel % van het inkomen is punt E?

Slide 19 - Slide

1.1 & 1.2
Hoeveel % van het nationaal inkomen is punt D?
10%

Hoeveel % van het inkomen is punt E?
50%

Slide 20 - Slide

1.1 & 1.2
Hoeveel % van het nationaal inkomen is het armste deel tot 40 personen?
10%

Slide 21 - Slide

1.1 & 1.2
Hoeveel % van het nationaal inkomen is het middelste deel van 40 tot 80 personen?
40%

Slide 22 - Slide

1.1 & 1.2
Zelfstandig werken
Opdracht 2, 3, 4, 5, 6, 8, 10 bladzijde 28

Nakijken
timer
0:00

Slide 23 - Slide

1.1 & 1.2
Opdracht 6


Slide 24 - Slide

1.1 & 1.2
Opdracht 6
Bruto inkomen - Netto inkomen - Besteedbaar inkomen

Slide 25 - Slide

1.1 & 1.2
Opdracht 8



     

Slide 26 - Slide

1.1 & 1.2
Opdracht 8
1. €123 : 100% x 1,6 = €1,968 -> €1,97
    €123 + €1,97 = €124,968 -> €124,97


     

Slide 27 - Slide

1.1 & 1.2
Opdracht 8
2. €89 : 100% x 35% = €31,15
     €89 - €31,15 = €57,85


     

Slide 28 - Slide

1.1 & 1.2
Opdracht 10



     

Slide 29 - Slide

1.1 & 1.2
Opdracht 10
Bij lijn 1 heeft iedereen hetzelfde inkomen. De inkomsten verschillen zijn het grootste bij curve 3.
     

Slide 30 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
2e lesuur         herhalen 1.3 en 1.4
                             opdrachten maken 1.3 en 1.4
                             opdrachten nakijken 
                             de les beoordelen

Slide 31 - Slide

1.3 & 1.4
Welvaart                                                          Welzijn

Slide 32 - Slide

1.3 & 1.4
Welvaart                                                   Welzijn
De mate waarin je in je                      De kwaliteit van je leven
behoeften kunt voorzien

Een broodje in de kantine               Vriendschappen

Slide 33 - Slide

1.3 & 1.4
Schaarse goederen 

Slide 34 - Slide

1.3 & 1.4
Goederen waar productiefactoren voor zijn gebruikt
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap

Slide 35 - Slide

1.3 & 1.4
                                    2017                                        2023
                                   



Een algemene stijging van de prijzen noem je inflatie.

Slide 36 - Slide

1.3 & 1.4
Nominale en reële verandering

Slide 37 - Slide

1.3 & 1.4
Nominale en reële verandering

Bij nominale verandering houdt je geen rekening met de inflatie
Bij reële verandering houdt je wel rekening met de inflatie

Slide 38 - Slide

1.3 & 1.4
Je inkomen stijgt met 10%, dit is een nominale verandering

Je inkomen stijgt met 10% en er is dit jaar 4% inflatie dan stijgt je koopkracht met 6%, dit is een reële verandering 

Slide 39 - Slide

1.3 & 1.4

Slide 40 - Slide

1.3 & 1.4
Het CPI laat zien of de prijzen zijn gestegen of gedaald ten opzichte van het basisjaar

Slide 41 - Slide

1.3 & 1.4

Slide 42 - Slide

1.3 & 1.4

Slide 43 - Slide

1.3 & 1.4






CPI = 10.420 : 100 = 104,2

Slide 44 - Slide

Een voorbeeld van welvaart is:
vriendschappen
A
goed
B
fout

Slide 45 - Quiz

Alle beloningen van de productiefactoren noem je het primaire inkomen
A
goed
B
fout

Slide 46 - Quiz

Een voorbeeld van welvaart is:
een nieuwe tas kunnen kopen
A
goed
B
fout

Slide 47 - Quiz

Een voorbeeld van welzijn is:
op vakantie gaan
A
goed
B
fout

Slide 48 - Quiz

Een voorbeeld van welzijn is:
gezondheid
A
goed
B
fout

Slide 49 - Quiz

Kraanwater is schaars
A
goed
B
fout

Slide 50 - Quiz

Een broodje uit de kantine is schaars
A
goed
B
fout

Slide 51 - Quiz

zonlicht is schaars
A
goed
B
fout

Slide 52 - Quiz

Brutoloon + belasting en sociale premies = nettoloon
A
goed
B
fout

Slide 53 - Quiz


A
105,65
B
104,65

Slide 54 - Quiz

1.1 & 1.2
Zelfstandig werken
Opdracht 12, 13, 14, 18, 19, 20 bladzijde 29

Nakijken
timer
0:00

Slide 55 - Slide

1.1 & 1.2
Opdracht 14

Slide 56 - Slide

1.1 & 1.2
Opdracht 14
€1.684 - €1.092 = €592 meer
€592 : € 1.092 x 100% = 54,2%

Slide 57 - Slide

1.1 & 1.2
Opdracht 19
a. 103,1
b. 99,5
c. 100,9

Slide 58 - Slide

1.1 & 1.2
Opdracht 20

Slide 59 - Slide

1.1 & 1.2
Opdracht 20
1. €2.248,90 - €2.150 = €98,90
    €98,90 : €2.150 x 100% = 4,6% nominaal loonstijging

Slide 60 - Slide

1.1 & 1.2
Opdracht 20
1. €2.248,90 - €2.150 = €98,90
    €98,90 : €2.150 x 100% = 4,6% nominaal loonstijging

2. 4,6% - 3,1% = 1,5% reële loonstijging 

Slide 61 - Slide

1.1 & 1.2
Vragen? 
Bericht meneer Nieuwlaat in Teams

In magister staat een link met aantekeningen en filmpjes van H1

Slide 62 - Slide

Slide 63 - Slide

Alle beloningen van de productiefactoren noem je het secundaire inkomen
A
goed
B
fout

Slide 64 - Quiz