Dementie

Dementie!
Week 3
1 / 50
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 240 min

Items in this lesson

Dementie!
Week 3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Probeer binnen één minuut de volgende zestien woorden te onthouden. Na deze minuut mogen jullie de woorden voor jezelf opschrijven. Hoeveel woorden heb jij goed?


De woorden:
Banaan, dromedaris, basgitaar, aannemer, bizon, drumstel, appel, docent,citroen, viool, concierge, cavia, cello, druif, bakker, aap.

Energizer- geheugen





timer
1:00

Slide 2 - Slide

Wijs de studenten op het hoofdstuk Methodiek 2.8- Mijn studenten hebben dit ook gemaakt qua opdrachten. Dus hebben de voorkennis al.
Welke woorden weet jij nog?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Wat komt er in je op als je denkt aan dementie?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

0

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Welke vormen van dementie kennen jullie?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vormen van dementie

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

VANAF 45 jaar/ jonge zorgvragers 
'' Naar schatting zijn er in Nederland 12.000 mensen met dementie die jonger zijn dan 65 jaar. ''

- vaak erfelijk 
- lichamelijk sterk
- andere behoeften dan ouderen
- aparte begeleidingsprogramma's

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Stadia dementie: 

Slide 10 - Slide

 Bedreigde ik = beginnende dementie
Verdwaalde ik = matig ernstige dementie
Verborgen ik = ernstige dementie (volledig afhankelijk)
Verzonken ik = (cliënt kan niet meer lopen, spreekt nauwelijks, ligt vaak in foetushouding als pasgeboren baby)

Zie thema 4.13 PBSD

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

Geheugenstoornissen
- Nieuwe informatie niet meer opnemen.
- Opgeslagen informatie moeilijk ophalen

Cognitieve stoornissen
- Afasie/ Taalstoornis
- Apraxie/ Verminderd vermogen van het uitvoeren van motorische handelingen
- Agnosie/ onvermogen om objecten te herkennen

Diagnose

Reden om naar de huisarts te stappen:
- Geheugenproblemen of verandering van gedrag of karakter
 
Algemeen onderzoek:
MRI-scan en PET-scan: 
Door de afwijkingen die te zien zijn kunnen verschillende vormen van dementie worden onderscheiden. 

Bloedonderzoek:
Neurolopsychologisch onderzoek:

Slide 14 - Slide

Executieve functies:
Plannen
Organisatie
Cognitieve flexibiliteit
Doelgericht gedrag
Timemanagement

Voorbeelden als deze functies niet meer lukken:
- Geen activiteiten meer kunnen organiseren
- Impulsief gedrag
- Niet meer flexibel kunnen omgaan met veranderingen 
- Obsessief gedrag (zoals steeds tellen, zingen, tikken of hetzelfde gedrag vertonen)
- Moeite hebben met passend reageren in sociale interacties
- Problemen met emotie regulatie
Afasie
Apraxie
Agnosie
Stoonis in de uitvoerende functies
Mevrouw Kamp heeft moeite met het uitspreken van woorden en zinnen
Meneer Pietersen
 heeft moeite met het plannen van haar wekelijkse activiteiten
Mevrouw van Dam weet niet meer wat een stoel is en herkent andere objecten niet meer
Mevrouw Pieters kan
niet meer zelfstandig eten omdat ze het het bestek niet meer goed kan vasthouden. 

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Stadium 1
Stadium 2
Stadium 3
Stadium 4
Spullen kwijtraken
Een 'fout' maken tijdens een bezigheid verbergen door er een grapje van te maken
Moeite met orienteren 
Minder goed met woorden uitdrukken
''Sorry ik ben de afspraak vergeten''
''Ik zit al 20 minuten in de auto en ik weet niet meer waar ik naartoe zou gaan''
Tijd 23.30uur
''ik ga even booschappen doen''
''Ik kan niet meer vertellen hoe ik me voel''

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Dementie is geneesbaar .
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Welke vormen van dementie zijn er?
A
Ziekte ven Alzheimer, Lewy body dementie
B
Ziekte van Parkinson en alleen vasculaire dementie.
C
Ziekte van Alzheimer , vasculaire dementie, frontotermonale dementie, Lewy body dementie en nog veel meer.
D
Ik heb echt geen enkel idee

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de bekendste vorm van dementie?
A
Ziekte van Parkinson
B
Lewy body dementie
C
Ziekte van Alzheimer
D
Vasculaire dementie

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kun je iemand met dementie het beste begeleiden?


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Hoe ga je GOED om met dementie; oftewel, waar staat de afkorting voor?
A
Geruststellen;Oogcontact; Even meedenken;Dankjewel
B
Goedpraten;Oogcontact;Emotie tonen; Doorvragen
C
Geruststellen; Objectief;Even meedenken;Duidelijkheid
D
Goedgezind;Open houding; Energiek; Dankjewel

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Vanaf welk levensjaar is ons brein volgroeid?
A
24
B
21
C
27
D
22

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Kende jij dit nummer?

Slide 31 - Mind map

This item has no instructions

Robotica
Mensen met dementie kunnen veel hebben aan robotica

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Video

This item has no instructions

Vergeet jij weleens iets?
En hoe voelt dat?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Slide 35 - Video

This item has no instructions

Bij dementie kunnen hallucinaties
optreden als symptoom.

Wat wordt bedoeld met een hallucinatie?
A
Een fantasie die als werkelijkheid ervaren wordt
B
Een waarneming die in feite niet aanwezig is
C
Een herinnering anders dan de werkelijkheid
D
Een hallucinatie komt niet voor bij Dementie

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Bij dementie kunnen wanen optreden als symptoom.

Wat wordt bedoeld met een waan?
A
Een fantasie die als werkelijkheid ervaren wordt
B
Een waarneming die in feite niet aanwezig is
C
Een herinnering anders dan de werkelijkheid
D
Een waan komt niet voor bij Dementie

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions

Kijkersvragen
1. In welke fase denk jij dat de meneer in dit filmpje zit?
2. Waarom denk je dat?
timer
2:00

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Welke woorden weet jij nog?

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Opdrachtje
In de volgende dia's komen een aantal benaderingswijze.
Aan jullie de taak om op te zoeken: 
Doel
De doelgroep 
toepassing

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

Doel: Iemand in zijn eigen werkelijkheid laten om onrust of agressie te voorkomen 

Doelgroep: vanaf stadia 2

Toepassing: 
Niet eromheen praten, niet ontkennen, maar echt luisteren.

Slide 45 - Slide

Doel: De beleving staat centraal. Een sfeer scheppen waarin gedesoriënteerde oudere mensen zich veilig voelen. Je sluit aan bij wat iemand zou willen.

Doelgroep: Elke vorm van dementie

Toepassing: Meegaan in de wereld van de dementerende. Eigen spulletjes, foto;s , stoel, zachte muziek, loopcircuit.



Slide 46 - Slide

Doel: Bevestigen wat iemand nog wel weet . Op een bepaald moment toepassen.

Doelgroep: stadia 2 en 3

Toepassing: 
Thema's organiseren
Puzzels
Liedjes
Foto's
Oude jeugdboeken


Slide 47 - Slide

Doel: Contact leggen en een veilig leefklimaat creëren.

Doelgroep: diep dementerende stadia 4 of gehandicapten met een laag niveau.

Toepassing:
Licht: ogen
Geluid:oor
Stofjes: voelen
Geuren: bad
Proeven

Slide 48 - Slide

Doel: Uitgaan gaan van mogelijkheden

Doelgroep:  Alle stadia

Toepassing: 
Pannenkoeken bakken
Beslag maken
Iets uitdelen
Gezicht wassen


Slide 49 - Slide

Doel:
Voorkomen van decubitus en contacturen. Ontspanning teweeg brengen. Kan goed samengaan met snoezelen.

Doelgroep:
Ernstige chronisch verpleegbehoeftige patiënten bij wie adl-training en geen zelfstandige verplaatsing meer mogelijk is. 
Denk aan loopstoornissen, dementie stadium 4

Toepassing:
Hulpmiddelen aangepast bad, bed
Wisselligging
Tillift

Slide 50 - Slide

Doel: Dementieproces vertragen
Oriënteren op het hier en nu.

Doelgroep: stadium 1

Toepassing:
Geheugenspelletjes
Wegwijzers
Leesbare klokken
ROT borden met daarop dag, datum
Spiegels
Foto's