psychogeriatrie C25

Psychogeriatrie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Psychogeriatrie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Diagnose dementie indien minstens 2 van de volgende cognitieve functies afwijkend zijn:
  • Persoonlijkheid en gedrag;
  • Taal;
  • Vermogen om complexe taken uit te voeren;
  • Inschattingsvermogen;
  • Waarnemingen zien en verwerken;
  • Het vermogen nieuwe informatie te onthouden en op te slaan. 

Indien maar één van de cognitieve functies verstoord is, wordt gesproken van mild cognitieve impairment (MCI). MCI is dus geen dementie. (wel risico)



Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat is er met Gerrit aan de hand? 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video


Wat valt op bij Gerrit en bij Joke?

Slide 11 - Slide

Cognitieve stoornissen
Cognitieve stoornissen = problemen met denken en onthouden.

Gevolgen voor de cliënt:
Moeite met dagelijkse handelingen.
Moeite met nieuwe informatie onthouden.
Problemen met praten.
Niet meer goed kunnen plannen of dagen indelen.

Welke functies verstoord zijn, hangt af van de vorm van dementie:
Alzheimer → geheugenstoornissen.
Vasculaire dementie → moeite met woorden vinden, stemmingsveranderingen.

Slide 12 - Slide

Veel voorkomende soorten cognitieve stoornissen

  • Afasie
  • Apraxie
  • Geheugenstoornissen
  • Agnosie
  • Problemen met de uitvoerende functies

Slide 13 - Slide

Afasie
Dit is een taalstoornis waarbij zorgvragers moeite hebben met het vinden van woorden en het uitdrukken in taal (spreken en schrijven). 
In een later stadium ontstaat vaak ook moeite met het begrijpen van de taal en het herkennen van emoties van anderen. Dit kan leiden tot frustratie

Slide 14 - Slide

Welke cognitieve stoornis herken je bij Gerrit

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Apraxie
Zorgvragers hebben moeite met het uitvoeren van motorische handelingen. Het kennen van de volgorde van deelhandelingen gaat steeds slechter, bijvoorbeeld de volgorde van aankleden. De motorische functies van deze zorgvragers nog intact, maar hij of zij weet niet meer hoe de taak moet worden uitgevoerd.


Hebben jullie hier al voorbeelden van?

Slide 17 - Slide

Geheugenstoornis
Zorgvragers hebben steeds meer moeite met het opslaan van nieuwe informatie. 
Daarnaast vermindert het vermogen om informatie uit het geheugen op te halen

Slide 18 - Slide

Agnosie
Objecten worden niet meer goed herkent, ondanks dat de zintuigelijke functies nog intact zijn. 
Zorgvragers kunnen geluiden en voorwerpen niet meer goed herkennen of het nut ervan begrijpen.


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Problemen met uitvoerende functies


Het abstracte denkvermogen vermindert. 
Abstract denkvermogen is onder andere nodig voor plannen, rekenen en logisch redeneren

Slide 21 - Slide

Schrijf op.... 

Welke voorwerpen kan je je nog herinneren vanuit de inzwieper? 

Slide 22 - Slide

In groepen uitwerken 
  1. Ziekte van Alzheimer
  2. Vasculaire dementie
  3. Lewy body dementie
  4. Frontotemporale dementie (FTD)
  5. Parkinsondementie
  6. Korsakov-syndroom 

Slide 23 - Slide

Huiswerk 
Rode loper maken in ANS '


Slide 24 - Slide