H14 - Sociale kaart

H14 - Sociale kaart
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H14 - Sociale kaart

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je weet wat een sociale kaart is
Je weet wat sociaal raadslieden doen
Je weet hoe de gezondheidszorg op hoofdlijnen is georganiseerd
Je weet wat jeugdhulp inhoudt en hoe deze is georganiseerd
Je weet wat de taken van Veilig Thuis zijn i.v.m. huiselijk geweld en kindermishandeling
Je weet naar welke instellingen je kan verwijzen als het om financiële vragen gaat
Je weet wat de taken van het Juridisch Loket zijn
Je kunt uitleggen wanneer je iemand naar een advocaat moet doorverwijzen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

1. Wat behoort tot de eerstelijnszorg in Nederland?
A
Zorg geleverd door een medisch specialist in het ziekenhuis
B
Zorg geleverd door een huisarts
C
Zorg geleverd op de intensive care
D
Zorg geleverd door een chirurg tijdens een operatie

Slide 5 - Quiz

2. Welke van de onderstaande zorgverleners valt onder de tweedelijnszorg?
A
GGZ-medewerker binnen de huisartsenpraktijk
B
Apotheker
C
Psycholoog
D
Verpleegkundige in de thuiszorg

Slide 6 - Quiz

3. Je werkt als stagiair in een wijkteam. Een collega vertelt dat een kind binnenkort wordt opgeroepen voor een vaccinatie via de GGD.

Wat is de taak van de GGD in deze situatie?
A
Het uitvoeren van specialistische behandelingen in het ziekenhuis
B
Het bieden van dagbesteding voor ouderen
C
Het bieden van dagbesteding voor ouderen
D
Het geven van vaccinaties en gezondheidsvoorlichting aan kinderen

Slide 7 - Quiz

4. Een cliënt in de thuiszorg heeft last van depressieve klachten en angsten. De wijkverpleegkundige adviseert contact op te nemen met de GGZ. Wat is een passende taak van de GGZ in deze situatie?
A
Het voorschrijven van pijnstillers bij lichamelijke klachten
B
Het geven van voorlichting over gezonde voeding
C
Het bieden van begeleiding of behandeling bij psychische problemen
D
Het regelen van huishoudelijke hulp via de Wmo

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

5. Een cliënt vraagt jou als begeleider om hulp bij het omgaan met geld. Je besluit informatie op te zoeken via het Nibud. Wat is een belangrijke taak van het Nibud?
A
Het geven van onafhankelijk advies over omgaan met geld en budgetteren
B
Het bieden van noodopvang bij schulden
C
Het geven van juridisch advies bij echtscheiding
D
Het maken van beleid voor banken

Slide 11 - Quiz

6. Een cliënt heeft een probleem met zijn huurcontract en weet niet wat hij moet doen. Waar kan hij het beste terecht voor gratis juridisch advies?
A
Bij de advocaat
B
Bij het Juridisch Loket
C
Bij de Belastingdienst
D
Bij de deurwaarder

Slide 12 - Quiz

7. Welke van de onderstaande beroepen verleent rechtsbijstand?
A
Advocaat en deurwaarder
B
Advocaat en mediator
C
Deurwaarder en het Juridisch Loket
D
Sociale Raadslieden en mediator

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

8. Wat is griffierecht?
A
Een boete die je krijgt als je te laat bent met belasting betalen
B
Het bedrag dat je moet betalen om een zaak aan te spannen bij de rechter
C
De vergoeding voor een advocaat die je inschakelt
D
Een belasting op het kopen van een huis

Slide 15 - Quiz

9. Wat betekent het als iemand een toevoeging krijgt voor juridische hulp?
A
Dat die persoon een boete krijgt voor het overtreden van de wet
B
Dat de rechter extra bewijs toevoegt aan de zaak
C
Dat de persoon gratis of met een lage eigen bijdrage rechtshulp krijgt vanwege een laag inkomen
D
Dat de advocaat extra uren mag rekenen voor de zaak

Slide 16 - Quiz