Schrijven § 6 Interview uitwerken

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Hallo 1vhtb

Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en je leesboek

• Wat gaan we doen vandaag?
  
• Wat weet je al?
• Uitleg opdracht
• Uitleg theorie interview
• Zelf oefenen

Hallo 1va

Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en je leesboek

• Wat gaan we doen vandaag?
  
• Wat weet je al?
• Uitleg opdracht
• Uitleg theorie interview
• Zelf oefenen

Hallo 1va

Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en je leesboek

• Wat gaan we doen vandaag?
  
• Lezen Broergeheim p. 133
• Herhalen kennis deelonderwerpen
  
• §6 Deelonderwerpen oefenen

1Vc - Week 25 les 1

Goedemorgen 1VC!

• Ga zitten en pak je leesboek
• Lezen 10 min
• Herhalen kennis deelonderwerpen
• §6 Deelonderwerpen oefenen

Leerdoel

Je kan een passende inleiding en een passend slot bij een interviewtekst schrijven.

Je weet wat open en gesloten vragen zijn.

§6 Interview

Gesloten en open vragen. Weet jij het verschil?

§6 Interview

Gesloten vragen zijn vragen waar je alleen ja of nee op kan antwoorden.

Open vragen zijn vragen waar de vragensteller het antwoord niet vooraf beperkt. Ze beginnen meestal met een vraagwoord.

§6 Interview

Enkel voorbeelden:

Hoe kom je weer tot rust na een schooldag?

1. Open vraag
2. Gesloten vraag

Waarom heb je voor dit beroep gekozen?

1. Open vraag
2. Gesloten vraag

Vind u uw werk leuk?

1. Open vraag
2. Gesloten vraag

Hoe is de band met je broer?

1. Open vraag
2. Gesloten vraag

§6 Interview uitwerken

Bladzijde 195-196

Interview uitwerken

Als je een interview uitwerkt tot een artikel, begin je met een inleiding. Daarin vertel je bijvoorbeeld wie je hebt geïnterviewd en waarom.

In het middenstuk komen de vragen met daaronder de antwoorden van de geïnterviewde. Als je ergens hebt doorgevraagd, vat je het antwoord op de hoofdvraag en de doorvraagvragen samen tot één antwoord.

 

Je kunt in het slot vertellen wat je van het interview vond, bijvoorbeeld dat je het heel leuk vond om deze persoon te interviewen, of wat je ervan hebt geleerd.

Interview uitwerken

Als je het interview hebt opgenomen, kun je beter niet precies uittypen wat de geïnterviewde heeft gezegd. Mensen die praten, gebruiken vaak spreektaal: ze maken hun zinnen bijvoorbeeld niet af, of gebruiken vaak woordjes die niet zoveel betekenen, zoals 'ehhhh' of 'nou, kijk.'

Als je een interview uitwerkt, moet je spreektaal omzetten in schrijftaal:

• Vat lange antwoorden samen. 
• Maak korte zinnen die beginnen met een hoofdletter en eindigen met een leesteken. 
• Gebruik geen woordjes die niets betekenen, zoals 'uh' of 'zeg maar'.

De opmaak

• Gebruik een witregel tussen inleiding, middenstuk en slot én na de antwoorden in het middenstuk.
• Zorg ervoor dat de vragen er anders uitzien dan de antwoorden, bijvoorbeeld door de vraag vet of cursief te maken of hem te onderstrepen.
  
• Plaats boven vragen die bij elkaar horen eventueel een tussenkopje.
  
• Plaats eventueel een foto van de geïnterviewde bij de tekst.
  
• Noteer ten slotte een passende titel boven de tekst. Je kunt deze zelf bedenken, maar je kunt ook een geschikt citaat uit het interview gebruiken.

Thema D §6 Interview uitwerken

Wat: Maak opdracht 2 p. 195-196, bedenk ook alvast een paar vragen 6-9) die je kan stellen in je interview aan Stefan. 

Hoe:   Maak de opdrachten individueel, maar je mag op fluisterniveau overleggen met degene die naast je zit. 

Hulp: Theorie uit je boek.

Uitkomst: Geoefend met schrijfwijze van interviews.

Tijd: 15 min.

Klaar?

Lezen of ander huiswerk maken

1va

Cursus 1 §6 deelonderwerpen

Wat: Lees de theorie op blz. 42 (groen stuk) en maak opdracht 1 en 2 Meer dan lezen §6 op blz. 42 t/m 44

Hoe:   Maak de opdrachten individueel, maar je mag op fluisterniveau overleggen met degene die naast je zit. 

Hulp: Theorie uit je boek.

Uitkomst: Geoefend met leesbegrip en deelonderwerpen.

Tijd: 15 min.

Klaar?

Lezen of ander huiswerk maken

1vhtb

1Vc - Week 25 les 2

Goedemorgen 1VC!

• Pak je leesboek
• Lezen 10 min
• §6 Deelonderwerpen oefenen
  

Opdracht 2 - woorden

1. geïnspireerd

2. schiepen

3. inlijven

4. vloot

5. deceptie

6. heeft  uit de eerste hand

7.  verkrijgen

8.  bewegen tot

9.  gekibbeld

10. initiatiefnemer

11.  hield af

12. diverse

Wat: Lees de theorie op blz. 42 (groen stuk) en maak opdracht 1 af en maak opdr. 2 en 3 en van opdr. 4 vr 1t/m 6  Meer dan lezen §6 op blz. 44 t/m 45

Hoe:   Maak de opdrachten individueel, maar je mag op fluisterniveau overleggen met degene die naast je zit. 

Hulp: Theorie uit je boek.

Uitkomst: Geoefend met leesbegrip en deelonderwerpen.

Tijd: 20 min.

Klaar?

Lezen of ander huiswerk maken