21-10-06 Medische namen van toedieningswegen + behandelmethoden

Afspraken les BSP:

-  Gelukkig je bent op tijd!
- Je zorgt dat je de benodigde lesmaterialen bij je hebt           laptop, (licenties van) boeken, etc.
- Je hebt de (huiswerk)opdrachten gemaakt hebt. 
- Je telefoon staat op stil en zit in de tas.
- Je tas staat op de grond. 
- Je hebt geen oortjes/koptelefoons




 

1 / 17
next
Slide 1: Slide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Afspraken les BSP:

-  Gelukkig je bent op tijd!
- Je zorgt dat je de benodigde lesmaterialen bij je hebt           laptop, (licenties van) boeken, etc.
- Je hebt de (huiswerk)opdrachten gemaakt hebt. 
- Je telefoon staat op stil en zit in de tas.
- Je tas staat op de grond. 
- Je hebt geen oortjes/koptelefoons




 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma van deze les
- Vragen van jullie

- Bespreken van de medische benamingen van de verschillende toedieningsvormen en -wegen.

- Uitleg verschillende behandelmethode



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen van vandaag:

- Je kent de medische benamingen van de verschillende toedieningsvormen en -wegen.
- Je kunt benoemen of een toedieningsvorm lokaal of systemisch werkt.
- Je kent de verschillende behandelmethode


 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

KD = Kwalificatiedossier
Kerntaak 1 Voert geïndividualiseerde farmaceutische patiëntenzorg uit
W1 - Neemt de zorgvraag aan
W2 - Voert medicatiebewaking uit
W3 - Verzorgt uitgifte van medicijnen
W4 - Geeft instructie over medicatiegebruik
W5 - Verwerkt patiëntgerelateerde informatie en administratie
Kerntaak 2 Verleent niet-receptgestuurde zorg aan de patiënt
W1 - Adviseert over gezondheid en preventie
W2 - Geeft zelfzorgadvies
Kerntaak 3 Biedt productzorg
W1 - Stelt voorgeschreven geneesmiddelen beschikbaar
W2 - Stelt op maat gemaakte geneesmiddelen beschikbaar
W3 - Zorgt voor logistiek en beheer
Kerntaak 4 Werken aan kwaliteit en deskundigheid
W1 - Werkt aan de eigen deskundigheid
W2 - Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
W3 - Werkt multidisciplinair samen en stemt werkzaamheden af

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Aan welke kerntaak gaan we vandaag werken
Kerntaak 1
Kerntaak 2
Kerntaak 3
Kerntaak 4

Slide 5 - Poll

This item has no instructions

Welke toedieningsweg kent de meeste toedieningsvormen
A
Orale toediening
B
Cutane toediening
C
Rectale toediening
D
Via injectie

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de voordelen van een lokale toediening?
A
Snel effect
B
Minder dosis
C
Minder bijwerkingen
D
Alle drie de antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Lokale toediening
1. Op de huid = cutaan
  

2. Inhalatie
- Via de luchtpijp = tracheaal
- In de neusholte = nasaal

3. Op de slijmvliezen van de ogen, oren en vagina


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Systemische toediening
  • Het geneesmiddel moet in het lichaam zijn werking uitoefenen.
  • Het geneesmiddel moet eerst  in het bloed komen.
  • Het geneesmiddel gaat via de bloedsomloop naar de plaats waar het moet werken.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Systemische toediening
1. Via de mond = oraal
2. Onder de tong = sublinguaal
3. Via het rectum = rectaal
4. Via de huid = transdermaal
5. Per injectie = parenteraal 



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Lokale toediening:

- Cutaan
- Via inhalatie
- Via slijmvliezen
Systemische toediening:

- Oraal
- Sublinguaal
- Rectaal
- Transcutaan
- Parenteraal

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vraag 15:
Hoe geeft het Informatorium aan of een toedieningsvorm een speciale eigenschap zoals maagsapresistent of gereguleerde afgifte heeft?

Slide 12 - Open question

Maagsapresistent :
MSR = maagsapresitent 
EC = enteric coated

Gereguleerde afgifte:
MVA = met vertraagde afgifte
MGA= met gereguleerde afgifte
SR = Slow relaese
RET = retard

Heb jij wel eens medicijnen gebruikt en waar was het voor?


Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Gebruiksduur geneesmiddelen
De gebruiksduur van geneesmiddelen hangt af van het doel van de therapie. Het geneesmiddelengebruik kan op drie manieren worden ingedeeld:
  • bij klachten
  • kuur afmaken
  • langdurig gebruik





Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Verschillende behandelmethode
  • Causale behandeling
  • Symptomatische behandeling
  • Preventieve behandeling
  • Verschillende therapievormen tegelijk
  • Palliatieve therapie
  • Diagnostisch gebruik van geneesmiddelen



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Waar zou jij nog uitleg over willen ontvangen?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Oraal 
Sublinguaal
Parenteraal
Lokaal 
Sytemisch
Intramusculair

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions