Stap 3: groepjes maken
Het kleine meisje ... / gaat / morgen haar verjaardag / vieren/.
Morgen / gaat / het kleine meisje ... / haar verjaardag / vieren.
Morgen is een zinsdeel.
Haar / gaat / het kleine meisje.../ verjaardag / vieren.
Haar = geen zinsdeel
Haar verjaardag / gaat / het kleine meisje met de blonde vlechtjes / morgen / vieren/