Maatschappijkunde - MASSAMEDIA H7

Massamedia H7 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Massamedia H7 

Slide 1 - Slide

Massamedia afronden

  • Film kijken en een recensie schrijven
  • Een begrippentoets + vragen over de film 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
1. Welke invloed hebben de media op ons?
2. Welke beïnvloedingstheorieën zijn er?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Vooroordeel

Als je iets zegt over iets of iemand zonder dat je de feiten goed kent. 



Stereotype

Een beschrijving waarbij je een hele groep mensen één bepaald kenmerk geeft.
Voorbeeld: een Marokkaanse jongen is in een film een dief.
Voorbeeld: alle Marokkanen zijn dieven.

Slide 5 - Slide

De media maken veel gebruik van stereotypen en vooroordelen

Films: relaties zijn niet zoals in het echt.
Tijdschriften: iedereen lijkt perfect.
Actualiteitenprogramma's:
Gaan over het westen. Beeld van ontwikkelingslanden.
Rolpatronen: vaak traditioneel.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Kritisch en voorzichtig omgaan met de media (mediawijsheid)


Hoe betrouwbaar is deze informatie?
Hoe ga je om met persoonlijke gegevens?
Lees je verschillende nieuwssites?
Wat is het doel van het medium?
Voor welke doelgroep is het bestemd?

Slide 8 - Slide

Hoe groot is de invloed van de media?

Een aantal theorieën van wetenschappers...

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Injectienaaldtheorie
Mensen zijn gemakkelijk te beïnvloeden.

Manipulatie: het geven van vervormde informatie zoals het weglaten of vervormen van de feiten zonder dat het publiek dit merkt.

Voorbeeld: graanoogsten Sovjet-Unie

Indoctrinatie: Het systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde opvattingen en meningen aan het publiek.

Voorbeeld: staatstelevisie in een dictatuur (mensen krijgen niks anders te zien).

Slide 11 - Slide

Multiple-step-flowtheorie
Niet de media zelf, maar mensen die in de media komen hebben veel invloed.

Hun mening wordt snel overgenomen door veel anderen.

Opinieleiders: mensen met veel gezag die invloed hebben op anderen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De media als betekenisverlener

Media is niet alleen een communicatiemiddel, het heeft betekenis voor de gebruiker.

We willen informatie of amusement, mensen kijken lang TV of volgen apps.






Op langere termijn hebben de media invloed omdat ze via informatie en amusement toch ook waarden en normen overdragen (socialisatie) en we dus beïnvloed worden.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Theorie van selectieve perceptie (1)
- Niet de media maar wij kiezen wat we willen zien.
- We kiezen wat bij ons referentiekader past.

Voorbeeld: Rokers zappen weg bij een programma over een rookverbod. 

                 Op sociale media volg je alleen sites die je aanspreken.





Voorbeeld: Rokers zappen weg bij een programma over een rookverbod. 
                 Op sociale media volg je alleen sites die je aanspreken.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Theorie van selectieve perceptie (2)
Referentiekader: Al iemand zijn persoonlijke ervaringen, waarden, normen, belangen enz. 
Je kijkt op jou manier naar de wereld.

Voorbeeld:
Een vegetariër, slager of Moslim zullen hier verschillend naar kijken en een andere mening over hebben.

Slide 18 - Slide

Agendatheorie
De media bepaalt niet wat we denken, maar waarover we denken en praten. Media zet dingen op de agenda.

Ook op de politieke agenda (waar de politiek over praat) hebben de media invloed.

Slide 19 - Slide

Overzicht
Injectienaaldtheorie: mensen worden heel makkelijk beïnvloed.

                Indoctrinatie: het hersenspoelen van het publiek. 

               Manipulatie: het geven van vervormde informatie (dingen verdraaien).

Media als betekenisverlener: mensen vinden media belangrijk en daarom hebben ze op lange termijn invloed. We worden erdoor gesocialiseerd.

Multiple-step-flowtheorie: we geloven vooral opinieleiders (belangrijke mensen) hun mening.

Selectieve perceptie: we geloven wat bij ons referentiekader past. (eigen bubbel)

Agendatheorie: de media bepalen waarover wordt gepraat.

Slide 20 - Slide

Discussie
  • Er is niet één theorie de juiste.
  • Het werkt verschillend bij mensen.
  • Sommige mensen denken dat de injectienaaldtheorie achterhaald is: zo makkelijk laten we ons niet meer beïnvloeden. Maar toch blijken reclames, games enz veel invloed te hebben op jongeren...

Slide 21 - Slide

Huiswerk
Maken vragen 6, 7, 8, 9, 11, 12 en 13 (vanaf bladzijde 79)
Maken begrippen en samenvatting
Klaar? Leren voor SO H4-5-6-7

Slide 22 - Slide

Evaluatie en huiswerk
Hoe ging de les?
Dinsdag 30 juni: SO H4-5-6-7

Slide 23 - Slide