§1-3-5 Woordsoorten

Cursus 5 - Grammatica
Woordsoorten
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Cursus 5 - Grammatica
Woordsoorten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Goedemorgen!

* huiswerk opschrijven
* 10 minuten lezen
* werkwoordspelling
* startopdracht
* theorie woordsoorten
* oefenen
* evaluatie
Telefoon in je tas!

Klaarleggen:

-agenda
-etui
-leesboek

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

timer
10:00
boekenpitch

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Werkwoordspelling - Zoek de fouten!


Sam loopte gisteren naar huis.
Zijn moeder zat al op hem te wachten.
Ze vondt dat hij best wat eerder had kunnen komen.
Sam gaf zijn moeder een knuffel.
Daar had zijn moeder op gewachd!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht - kaartenrace.

3 groepen
kaartjes
verzamelplek

De eerste van iedere groep draait een kaartje om, leest het woord en rent naar voren. Leg het kaartje bij de goede woordsoort. Ren terug. Nummer 2 pakt een nieuw kaartje...
Welke groep heeft als eerste alle kaartjes op de goede plek?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Theorie Woordsoorten
Je kunt werkwoorden, lidwoorden, zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden (KGT) herkennen.
Lidwoorden


Werkwoorden
doe-woorden.
Zeggen wat je kunt doen.
Zelfstandige naamwoorden
mensen, dieren, planten en dingen. Er kan een lidwoord voor staan.
Bijvoeglijke naamwoorden
zeggen iets over een zn.

Slide 6 - Slide

voorbeelden invullen
Oefenen - Terug bij af

Onderstreep zo veel mogelijk werkwoorden, lidwoorden, zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Ik zeg wel dat het goed gaat
Als ik in de kroeg sta
Toch is heel de avond
Mijn gedachte bij jou

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Ik zeg wel dat het goed gaat
Als ik in de kroeg sta
Toch is heel de avond
Mijn gedachte bij jou

Wat valt je op?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Bedenk op de lege plekken 
een passend bijvoeglijk naamwoord.


                   Ik zeg wel dat het_________ goed gaat
                   Als ik in de____________ kroeg sta
                   Toch is heel de______________ avond
                   Mijn______________ gedachte bij jou

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie

Welke woordsoort vind je het gemakkelijkst te herkennen?

Welke woordsoort vind je het lastigst te herkennen?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk

Maak de opdrachten die klaar staan in de planning van de online methode.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions