8.3 Aangeboren en aangeleerd gedrag en 8.4 Sociaal gedrag

Gedrag
8.3 Aangeboren en aangeleerd gedrag
8.4 Sociaal gedrag
2e helft les: werken aan je onderzoek!
1 / 49
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Gedrag
8.3 Aangeboren en aangeleerd gedrag
8.4 Sociaal gedrag
2e helft les: werken aan je onderzoek!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Verantwoorde behuizing
Om natuurlijk gedrag te stimuleren is er steeds meer aandacht voor verantwoorde behuizing van dieren

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Rangorde in groepen
- Dieren die in groepen leven hebben een duidelijke rangorde met een dominant dier bovenaan. Bij kippen noemen we dit een pikorde
- voorkomt conflict (voedsel,         voorplanting)
- In plaats van vechten is imponeergedrag (dreigen) genoeg.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Broedzorg
Het verzorgen van eieren of jongen heet broedzorg. 

Dit verschilt per diersoort. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Paringsgedrag
Baltsgedrag en paring

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Territorium afbakenen, voedsel en jongen
veiligstellen.

- dreiggedrag: aanvalsgedrag en 
    vluchtgedrag

Territoriumgedrag

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Conditionering
  • conditionering: leren door straffen en belonen, koppelingen maken tussen oorzaak en gevolg
  •  Pavlov

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Trial and error
Trial and error wordt ook wel proefondervindelijk leren genoemd
Proberen tot het werkt, denk aan een doolhof

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Inprenten
  • Inprenten = Leren in een gevoelige periode.

  • Vaak bij herkennen moeder zoals bij ganzen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Gewenning
Na herhaling van de prikkel vertoont het dier geen gedrag meer

    Slide 10 - Slide

    This item has no instructions

    Basisstof 3 + 4: Aangeboren en aangeleerd gedrag + Sociaal gedrag

    Slide 11 - Slide

    This item has no instructions

    Wat is een supranormale prikkel?
    A
    Een overdrijving van een sleutelprikkel
    B
    Een buitenaardse prikkel
    C
    Een onderdrukte sleutelprikkel
    D
    Een misleidende prikkel

    Slide 12 - Quiz

    This item has no instructions

    Wat is een sleutelprikkel? Noem ook een voorbeeld.

    Slide 13 - Open question

    This item has no instructions

    Wat is de inwendige prikkel van deze kat?

    Slide 14 - Open question

    This item has no instructions

    Als je gedrag beschrijf dan doe je dit altijd objectief. Wat betekent objectief?
    A
    Je benoemt alleen de gebeurde feiten
    B
    Je geeft een mening ergens over
    C
    Je benoemt de feiten en je koppelt hier je eigen mening aan

    Slide 15 - Quiz

    This item has no instructions

    Wat is een ethogram?
    A
    Een bioloog die gedrag onderzoekt
    B
    Een lijst met handelingen die een dier kan vertonen
    C
    Een tabel met handelingen uitgezet tegen de tijd
    D
    Het gewicht van een prikkel

    Slide 16 - Quiz

    Wat is een handeling?

    Hoe noem je een bioloog die gedrag onderzoekt wel?
    Lesprogramma
    • Huiswerk
    • Leerdoelen
    • Uitleg
    • Vragen
    • Nabespreken
    • Huiswerk

    Slide 17 - Slide

    This item has no instructions

    Welke vragen van het huiswerk willen jullie dat ik bespreek?

    Slide 18 - Open question

    This item has no instructions

    Motivatie is een vorm van:
    A
    externe prikkel
    B
    sleutelprikkel
    C
    supranormale prikkel
    D
    interne prikkel

    Slide 19 - Quiz

    This item has no instructions

    Wat was een sleutelprikkel?
    A
    Een prikkel waar je altijd op reageert
    B
    Een prikkel waar je altijd hetzelfde op reageert
    C
    Een prikkel waar je elke keer verschillend op reageert
    D
    Een prikkel waarbij jij je sleutel beet houdt

    Slide 20 - Quiz

    This item has no instructions

    Wat is de sleutelprikkel
    voor dit het voeden?
    A
    honger
    B
    liefde
    C
    lekker eten
    D
    de opengesperde bek

    Slide 21 - Quiz

    This item has no instructions

    Slide 22 - Slide

    This item has no instructions

    Welk soort prikkels stonden afgebeeld op de vorige dia?
    A
    Sleutelprikkels
    B
    Supranormale prikkels
    C
    Sleutelprikkels en supranormale prikkels

    Slide 23 - Quiz

    This item has no instructions

    Leerdoelen 8.3
    • Je kunt de factoren noemen waardoor gedrag wordt bepaald.
    • Je kunt verschillende vormen van leren beschrijven.

    Slide 24 - Slide

    This item has no instructions

    Aangeboren en aangeleerd gedrag 
    • Aangeboren gedrag 
    • Aangeleerd gedrag 

    Slide 25 - Slide

    This item has no instructions

    Welke manieren van leren zijn er?

    Slide 26 - Mind map

    This item has no instructions

    Manieren van leren
    • Inprenting
    • Trial and error
    • Conditionering
    • Gewenning
    • Imiteren
    • Oefenen
    • Inzicht

    Slide 27 - Slide

    This item has no instructions

    Kenmerken van inprenting
    Bij inprenting leren dieren alleen iets in een bepaalde korte periode van hun leven. (Gevoelige periode)

    Voorbeelden van inprenting:
    Herkennen van moeder 

    Slide 28 - Slide

    This item has no instructions

    Inprenting en gewenning
    Inprenting
    * iets wat alleen geleerd kan worden in een bepaalde, korte periode
    * herkennen van ouders of soortgenoten

    Gewenning
    * afleren van reacties op bepaalde prikkels
    * eenvoudige vorm van leren

    Slide 29 - Slide

    This item has no instructions

    Kenmerken van gewenning
    We spreken van gewenning als bij een herhaaldelijke prikkel de sterkte van de reactie langzaam afneemt en uiteindelijk zelfs volledig verdwijnt.


    Slide 30 - Slide

    This item has no instructions

    Noem zelf een voorbeeld van gewenning.

    Slide 31 - Open question

    This item has no instructions


    A
    inprenting
    B
    gewenning
    C
    conditionering
    D
    inzichtelijk leren

    Slide 32 - Quiz

    This item has no instructions

    Wat is gewenning?
    A
    Leren dat je altijd moet reageren.
    B
    Leren dat reageren niet altijd nodig is.
    C
    Leren dat reactie noodzakelijk is.
    D
    Leren in korte gevoelige periode.

    Slide 33 - Quiz

    This item has no instructions

    Conditioneren
    Conditioneren is leren door straffen en beloning.

    Conditioneren onder natuurlijke omstandigheden: 
    proefondervindelijk leren (Trial and error)

    Voorbeeld: 
    Beer ziet een bijennest met honing en probeert de honing te eten. De beer wordt 10 keer gestoken door de wespen. De volgende keer dat de beer de bijennest ziet negeert hij het nest om te voorkomen opnieuw gestoken te worden.

    Slide 34 - Slide

    This item has no instructions

    Conditioneren
    Conditioneren is leren door straffen en beloning.

    Conditioneren door mensen:
    Dressuur: het trainen van dieren om bepaalde taken uit te voeren op commando. 

    Doet de dier het goed -> beloning (eten/aaiien) 

    Doet de dier het fout -> straffen (geen eten / een tik / stem verheffen) 


    Slide 35 - Slide

    This item has no instructions

    Geconditioneerde reflex
    De russische gedragsonderzoek liet zien dat een natuurlijke prikkel (voedsel) kan worden vervangen door een kunstmatige prikkel (belgeluid)

    Door een kunstmatige prikkel te koppelen aan een natuurlijke prikkel kan een dier de kunstmatige prikkel gaan interpreteren als de natuurlijke prikkel. 

    In voorbeeld links: 
    1. Zien/ruiken van eten zorgt voor speekselafscheiding in de hond. 
    2. Horen van de stemvork heeft geen effect op de hond
    3. Laat bij het geven van eten een stemvork horen
    4. Na enige tijd zal de hond ook speeksel afscheiden bij het horen van de stemvork alleen. 

    Slide 36 - Slide

    This item has no instructions

    Trail and error
    Proefondervindelijk leren, leren door toevallige ontdekkingen.

    Slide 37 - Slide

    This item has no instructions

    Hoe noem je het leerproces waarbij een organisme leert door te doen en toevallige ontdekkingen?
    A
    Gewenning
    B
    Conditionering
    C
    Inprenting
    D
    Trail and Error

    Slide 38 - Quiz

    This item has no instructions

    Trail and Error is:
    A
    Dieren leren door gedrag van soortgenoten na te bootsen
    B
    Dieren wordt geleerd bepaald gedrag (op commando) uit te voeren
    C
    Door een andere dan de oorspronkelijke prikkel wordt een bepaalde reflex veroorzaakt
    D
    Proefondervindelijk leren en ervaring opdoen

    Slide 39 - Quiz

    This item has no instructions

    Leerdoelen 8.4
    Je kunt verschillende typen sociaal gedrag onderscheiden.

    Slide 40 - Slide

    This item has no instructions

    Sociaal gedrag
    De stekelbaars geeft met zijn handelingen signalen af. Dit is een vorm van communicatie. Het gedrag dat tussen soortgenoten plaatsvind noemen we sociaal gedrag.

    Slide 41 - Slide

    This item has no instructions

    Paringsgedrag
    Paringsgedrag bestaat uit twee delen: baltsgedrag en de paring. Hierbij dient het baltsgedrag om een partner aan te trekken en de motivatie tot paring te verhogen.

    Slide 42 - Slide

    This item has no instructions

    Territoriumgedrag
    Er zijn dieren die gedrag vertonen met als functie het afbakenen van een territorium (gebied rond de nestplaats) en het verdedigen ervan. Zo vindt er dreig-, aanvals-, en vluchtgedrag plaats.

    Slide 43 - Slide

    This item has no instructions

    Broedzorg
    Het verzorgen van eieren en jongen.

    Slide 44 - Slide

    This item has no instructions

    verantwoordelijke behuizing
    Dieren in gevangenschap vertonen ander gedrag dan dieren in de vrije natuur daarom is er meer aandacht voor verantwoordelijke behuizing zodat dieren vaker natuurlijk gedrag kunnen vertonen.

    Slide 45 - Slide

    This item has no instructions

    Wat is hieronder GEEN sociaal gedrag?
    A
    Twee mussen vechten om een vrouwtje
    B
    Twee honden paren
    C
    Twee zeehonden zoeken eten
    D
    Een hond rent achter een kat aan

    Slide 46 - Quiz

    This item has no instructions

    Sociaal gedrag is ...
    A
    gedrag tussen dieren
    B
    gedrag tussen mensen
    C
    aardig gedrag
    D
    gedrag tussen soortgenoten

    Slide 47 - Quiz

    This item has no instructions

    Wat is sociaal gedrag?
    A
    een leeuw die een gnoe opeet
    B
    een kat die sist naar een hond
    C
    een leeuw die vecht met een andere leeuw
    D
    een man die zijn hond leert pootjes geven

    Slide 48 - Quiz

    This item has no instructions

    Huiswerk
    Leren en maken 8.3 en 8.4

    Slide 49 - Slide

    This item has no instructions