3.1.1 Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.
3.2.2 Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
3.2.3 Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
3.2.4 Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
3.3.5 Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
3.3.6 Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.
3.6.11 Je kunt aangeven hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden.
3.6.12 Je kunt de gevolgen van alcohol op korte termijn en op lange termijn noemen.
3.8.14 Je kunt beschrijven waarin de bloedgroepen van elkaar verschillen.