5.3 Lezen - (les 2) Cona

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Talent H5.3 (les 2)

- Je leert de tekstdoelen 'overtuigen' en 'activeren' te herkennen. 

-Je weet wat het verschil is tussen een tekstvorm en een tekstsoort. 

-Je kunt een betoog herkennen.

-Je kunt redengevende en concluderende tekstverbanden herkennen.

Programma

- Kennis opfrissen  - wat heb je de vorige les geleerd?

- 5.3 Lezen: 1-3 nakijken

- Aan de slag: 4-7 + 9-13

- Blooket! 

Niet vergeten: maandag toets Woorden H4 en H5

Wat hebben we de afgelopen les ook alweer behandeld? Wat heb je geleerd?

Twee nieuwe tekstdoelen!

Je hebt een geestig Sinterklaasgedicht geschreven. Al je familieleden moesten hard lachen.
Is dit een tekstsoort of een tekstvorm?

1. Tekstsoort
2. Tekstvorm

Wat voor tekstsoort zou je Sinterklaasgedicht zijn?

1. Informatieve tekst
2. Betogende tekst
3. Activerende tekst
4. Amuserende tekst

Welke tekstsoort?

1. informatieve tekst
2. activerende tekst
3. amuserende tekst
4. betogende tekst

Welke tekstsoort?

1. informatieve tekst
2. betogende tekst
3. activerende tekst
4. amuserende tekst

Welke tekstsoort?

1. informatieve tekst
2. activerende tekst
3. amuserende tekst
4. betogende tekst

namelijk

1. concluderend verband
2. redengevend verband
3. tijdsvolgorde verband
4. uitleggend verband

de slotsom is

1. concluderend verband
2. redengevend verband
3. tijdsvolgorde verband
4. uitleggend verband

dan ook

1. concluderend verband
2. redengevend verband
3. tijdsvolgorde verband
4. uitleggend verband

immers

1. concluderend verband
2. redengevend verband
3. tijdsvolgorde verband
4. uitleggend verband

Aan de slag

5.3 Lezen 

Bespreken: opdracht 1 t/m 3

Maken: 4-7 + 9-13

Laatste 15 minuten: Blooket

Maandag toets Woorden H4 en H5.