Maandag 6 januari

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Maandag 7 januari

PO Nederlands ingeleverd???

LessonUp!!

Cursus 4 Taal

Paragraaf 2 Taal uit de buurt (blz 92)

Opdracht 1

Werk in tweetallen.

'

Bespreken opdracht 1

Streektaal (dialect) = taal van een bepaalde streek of plaats, die afwijkt van de landstaal.

TEAM

Patat

Friet

Welke woorden worden in
jouw eigen plaats of regio gebruikt?

Opdracht 2

Lees tekst 3 goed en beantwoord de vragen (t/m vraag 8).

Bespreken opdracht 2

Wat betekent het woord in de streektaal?
bompa (Maastricht)

1. bom
2. bomen
3. jammer
4. opa

Wat betekent het woord in de streektaal?
gebbetje (Amsterdam)

1. gebedje
2. geitje
3. grapje
4. slabbetje

Wat betekent het woord in de streektaal?
knieperd (Drenthe)

1. gierigaard
2. koekje
3. nijptang
4. wasknijper

Wat betekent het woord in de streektaal?
schuufieser (Nijmegen)

1. rollator
2. schaats
3. stoffer en blik
4. strijkijzer

Wat betekent het woord in de streektaal?
luizenpootjes (Rotterdam)

1. draadjes
2. dunne benen
3. lucifers
4. wimpers