HC 2 Overheid: openbare financiën

Overheid
HC2: openbare financiën
1 / 43
next
Slide 1: Slide
economieHBOStudiejaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Overheid
HC2: openbare financiën

Slide 1 - Slide

Agenda
  1. Terugblik HC1
  2. Lesdoelen
  3. Theorie + casussen
  4. Transfer naar het werkveld

Slide 2 - Slide

Terugblik: transfer naar 't werkveld

Slide 3 - Slide

Terugblik: mindmap
Mindmap (KLIK)


Slide 4 - Slide

Waar denk jij aan bij het begrip 'openbare financiën'?

Slide 5 - Mind map

OWE/EVL Overheid
  • Onderwijs Online → ook zelfstudie mogelijk (DT oude leerroute met kennistentamen)
  • We gaan op onderdelen door op Micro-1 & Macro-1
  • Géén kennistentamen → Leertaak
  • LT waarin je begeleid wordt in het doen van onderzoek naar de transfer van de economische- doelen en inhouden, naar de analyse van een (lokaal) vraagstuk → docu/desk(DT)

Hoofdthema's HC's
  1. Functies collectieve sector (LKB → Economische politiek)
  2. Openbare financiën (LKB → Begrotingsbeleid & financiering + economische politiek)
  3. Sociale zekerheid (LKB → Verzorgingsstaat & sociale zekerheidsstelsel)
  4. Duurzame economie (LKB → Circulaire economie & energietransitie)

Slide 6 - Slide

Lesdoelen HC2: openbare financiën (begrotingsbeleid & financiering + economische politiek) 
  1. Werking van de inkomstenbelasting
  2. Conjunctureel- of structureel beleid. 
  3. Kunnen beoordelen of er sprake is van ontmoedigend of stimulerend beleid. 
  4. Beoordelen tot welk soort inkomsten de inkomsten van de overheid hoort. 
  5.  Beoordelen tot welk soort uitgaven de uitgaven van de collectieve sector hoort. 
  6. Sociale zekerheidsquote en collectieve uitgavenquote kunnen berekenen en interpreteren. 
  7. Beoordelen met behulp van de collectieve uitgavenquote in welke mate de overheid invloed heeft. 
  8. Uitleggen welke maatregelen de overheid heeft genomen om de kosten van de collectieve sector te beheersen
  9. Van diverse begrotingsnormen de voor- en nadelen kunnen benoemen en vergelijken.   
  10. Uitleggen waarom het reduceren van het financieringstekort wenselijk is. 
  11. Beoordelen of een land voldoet aan de gestelde begrotingsnorm
  12. Berekeningen maken over de overheidsfinanciën (staatsschuld, begrotingstekort, financieringstekort). 

Slide 7 - Slide

Overheidsbeleid t.a.v. conjunctuurcyclus
Artikel (KLIK)

"Begrotingsadvies en regeerakkoord versterken 
conjunctuurcyclus" - Wimar Bolhuis (2018)

Wat zou je kunnen doen om deze versterking te elimineren?
Was er sprake van procyclisch- of anticyclischbeleid? 
En waar baseer je dat op?

Slide 8 - Slide

Overheidsbeleid & de voorspellende factor van het CBS
Artikel (KLIK)

"Onderschatting conjunctuur is van alle tijden"- DNB (aug 2018)

In hoeverre vind jij dat het kabinet de cijfers kan gebruiken voor hun eigen beleid?

Slide 9 - Slide

Overheidsbeleid: stimulerend of ontmoedigend? 
Casus: MKB in Nederland. Artikel (KLIK)

"De economie groeit, maar ondernemers durven niet te investeren door o.a. zwalkend overheidsbeleid" - Jacco Vonhof (voorman MKB Nederland), 01-11-19

Thema's: vennootschapsbelasting, Klimaatakkoord, stikstof, wet Arbeidsmarkt in balans (WAB)

  • Wat valt je op als je de opgebouwde buffers en de investeringsquote bekijkt?
  • Wat zou de overheid, volgens MKB Nederland kunnen doen, om de investeringen weer op te laten schroeven?
  • Waarom zou jij als MKB'er juist niet de investeringen verhogen?

Slide 10 - Slide

Overheidsbeleid: stimulerend of ontmoedigend? Nudging
Artikel (KLIK)
"Ook u laat zich door de overheid manipuleren" - FD, 07-11-2018



Opdracht:
Bedenk zelf een manier van nudgen die de overheid kan toepassen, die niet in het artikel genoemd is.


Slide 11 - Slide

Nudging: voorbeelden
Bron (Londen, 2015)

Slide 12 - Slide

Rijksbegroting: schematisch

Slide 13 - Slide

Miljoenennota 2020

Slide 14 - Slide

Miljoenennota 2019 en 2020: verdieping
2019
Denken, delen, uitwisselen
  1. Welke verschillen/verschuivingen zie je? 
  2. Laat zien dat Nederland wel/niet aan de begrotingsnormen van de EU voldoet. 
  3. Benoem de voor- en nadelen van deze normen en vergelijk ze met elkaar. 
  4. Ga nu in tweetallen elkaars analyse vergelijken en bespreken.                                  Is er concencus? Welke verschillen zijn er?

Slide 15 - Slide

Belastingen: beleidsinstrument(§11.3)
Politici moeten een keuze maken:
  1. Kleinere inkomenverschillen (via nivellerende maatregelen) = mogelijk lagere groei van de economie (efficiëntieverlies = excess burden).
  2. Belang van een 'fair' geachte inkomensverdeling.

Doelen:
  1. bevorderen van de economische groei
  2. Zichtbaar maken van maatschappelijke kosten en baten
  3. Samenstelling van de bestedingen wijzigen
  4. Verkleining van welvaartsverschillen
  5. Conjuctuurbeleid

Slide 16 - Slide

Belastingen: belastingstelsel

Slide 17 - Slide

Belastingen: welvaartsverschillen (§11.3.4)
Gemiddelde belastingdruk + Nivelleren & denivelleren 

Slide 18 - Slide

Belastingen: welvaartsverschillen (§11.3.4)
Laffercurve


Bij welk toptarief zijn de opbrengsten in NL maximaal?
Schattingen: circa 50% → 8% moet dit betalen

vaak senioren en hoog ingeschaalde ambtenaren → is gedrag voor hen makkelijk aan te passen?
wat zou daarom nog extra opleveren?
toptarief naar 70%

Feitje: tot 1990 kende NL een toptarief van 72%

Slide 19 - Slide

Belastingen: economische gevolgen (§11.4)
Legaal ontwijken van belastingen:
  1. Aanpassing van consumptie & besparingen 
  2. Aanpassing van het arbeidsaanbod
  3. Afwenteling van collectieve lasten
  4. Belastingbesparende constructies (pensioen- en lijfrenteverzekeringen + keuze ondernemingsvorm)
  5. Belastingvlucht (Nederland belastingparadijs?)

Ilegale belastingontduiking (afhankelijk van 1. te behalen voordeel, 2 pakkans, 3 sanctie):
  1. Deel omzet verzwijgen
  2. Zwart werken

Slide 20 - Slide

Directe belasting: Inkomstenbelasting  (§10.4)
Welke veranderingen in inkomsten zijn er te verwachten?
Welke gedragseffecten denk je dat dit bij de burgers teweeg brengt?
Welke  economische effecten verwacht je op KT/LT?
Box 1: schijven
Box 3
Box 1: heffingskorting

Slide 21 - Slide

Box 3: verdieping
Artikel Business Insider, 06-09-19 (KLIK)
Artikel Business Insider, 09-09-19 (KLIK)

Slide 22 - Slide

Quote berekenen (§2.1.1)
  • Quote = altijd in procenten van het bbp 
(loonquote, winstquote, OIQ, AIQ, exportquote …) 
 
  • Omvang van de collectieve sector wordt bepaald door de collectieve 
uitgavenquote→collectieve uitgavenquote =(collectieve uitgaven/bbp) * 100

Wat zegt de collectieve uitgavenquote ons? Hoe kun je die interpreteren?

Slide 23 - Slide

Arbeidsinkomensquote in NL (§2.1.1)
https://eenvandaag.avrotros.nl/item/groeiende-vermogensongelijkheid-versterkt-door-coronacrisis-bal-ligt-bij-politiek/ 

Slide 24 - Slide

Collectieve uitgavenquote in NL (§2.1.1)
Geleidelijke stijging door de jaren heen. 
 
Na een crisis zakt het weer, maar altijd hoger dan het vóór de crisis was: Plateautheorie. 
 
Denk ook aan het teller- en noemereffect. 

Slide 25 - Slide

Dynamiek van de collectieve uitgaven (§2.2)
Wet van Wagner 
  • Bevolking ‘slimmer’? →  hogere collectieve uitgaven 

Plateautheorie  (zie vorige dia)

Baumol-effect
In veel sectoren stijgt de arbeidsproductiviteit , maar de dienstensector (zorg, onderwijs, …) blijft vaak achter. De arbeidskosten per product stijgen, want werknemers in deze sectoren verlangen dezelfde eventuele loonstijging. 

Politieke economie (Public-choice-theorie) 
Politieke partijen willen de stemmers te vriend houden. (belastingillusie) Daardoor beloftes, waardoor de uitgaven stijgen. 
'Vliegwiel' van Kessler 
  • Door de hogere arbeidskosten, daalt de vraag naar arbeid, werkloosheid stijgt, uitkeringsuitgaven nemen toe. 
  • Omgekeerd geldt dit ook. Dus verruiming van de werkgelegenheid kan dit doen omdraaien, waardoor in de jaren 80 de collectieve uitgaven daalden. 

Slide 26 - Slide

Kosten collectieve sector vs houdbare overheidsfinanciën (§3.4)
Maatregelen kabinetten Rutte-I en II
  1. AOW-leeftijd gaat omhoog ↑
  2. Hypotheekrenteaftrek ↓
  3. Fiscale ruimte voor aanvullend pensioen ↓
  4. Bezuinigingen langdurige zorg
  5. Bezuinigingen op het openbaar bestuur (= minder ambtenaren)

Slide 27 - Slide

Overheidssaldo & overheidsschuld (§3.1)
Waarom is het reduceren van 
het financieringstekort wenselijk?

Bedenk minimaal 2 redenen

Slide 28 - Slide

EMU-saldo & EMU schuld  (§3.1 + §14.4)
De eisen van het Stabiliteits- en Groeipact zijn*: 
  1. Het begrotingstekort mag niet boven de 3 procent van het BBP komen. 
  2. De staatsschuld mag niet meer dan 60 procent van het BBP bedragen.

*Buitensporig tekort? Toch flexibel indien.....
- Het overmatige tekort tijdelijk is
-  Het een resultaat is van uitzonderlijke omstandigheden, bijvoorbeeld een economische crisis.
P.S. Bij Europese Integratie ook aan bod gekomen

Slide 29 - Slide

EMU-saldo & EMU-schuld: test
1. Nederland 
2. Duitsland 
3. Italië 
4. Spanje 
5. Griekenland 
6. Frankrijk 
7. EU-gemiddelde 

Slide 30 - Slide

EMU-saldo & EMU-schuld: uitkomst
  1. Wie voldoen er niet volgens de normen van het Stabiliteits- en Groeipact?
  2. Op basis van welk criterium?

Slide 31 - Slide

EMU-saldo & EMU-schuld: NL
EMU-saldo
EMU-schuld

Slide 32 - Slide

Transfer van HBO naar werkveld

Slide 33 - Slide

Transfer van HBO naar werkveld: Rijksbegroting (3 mavo)

Slide 34 - Slide

Transfer van HBO naar werkveld: Rijksbegroting (4 mavo)

Slide 35 - Slide

Opdracht: betekenisvolle werkvorm
  1. Tweetallen
  2. Pak een deelonderwerp van slide 35 of 36:                                          miljoenennota (35), begrotingstekort (35), staatsschuld (35+ 36), directe belastingen (35), indirecte belastingen (35), niet-belastingontvangsten (35) of stimuleringsmaatregelen (36)
  3. Hoe zou je dit deelonderwerp betekenisvol kunnen uitleggen?          Bedenk hier een verwerkingsvorm bij en werk deze in conceptvorm uit.

timer
15:00

Slide 36 - Slide

Transfer van HBO naar werkveld: conclusie
Welke uitdagingen zie je bij het aanleren van dit onderdeel aan jouw leerlingen?

1. Schrijf drie mogelijke problemen op die leerlingen zouden kunnen ervaren
2. Bespreek deze in tweetallen
3. Kies per tweetal één probleem uit en bespreek deze klassikaal
timer
1:00

Slide 37 - Slide

Belastingen binnen het vmbo

Slide 38 - Slide

Lesmateriaal Prinsjesdag
Miljoenennotaposter in kleur (KLIK)
Miljoenennotaposter in zwart-wit (KLIK)
Toelichting miljoenennota & koppeling doelen VO (KLIK)
Website lesmateriaal Prinsjesdag (KLIK)
NOS: Wat als de overheid maar 1000 euro te verdelen had? (KLIK)

Slide 39 - Slide

Huiswerk
  • Bekijk de kennisclips van hoorcollege 3 
  • Werk verder aan de leertaak

Slide 40 - Slide

Extra uitleg

Slide 41 - Slide

Procyclisch- en anticyclisch begrotingsbeleid

Slide 42 - Slide

Extra oefening

Slide 43 - Slide