Economische modellen hoofdstuk 2: multiplier

Economische modellen hfdst 2

Uitleg Keynes en de Klassieken
Uitleg multiplier


1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Economische modellen hfdst 2

Uitleg Keynes en de Klassieken
Uitleg multiplier


Slide 1 - Slide

Het nationaal inkomen
Weten we nog? Vorige les:
Productie = inkomen
Productie komt tot stand door bestedingen van de 4 bestedingscategorieën:
Consumenten, Bedrijven, Overheid, Buitenland.
Y=W
Y= C + I + O + E -M

Slide 2 - Slide

Hoe handelen bij onderbesteding/overbesteding?
2 denkwijzen:

Klassieken: deze groep economen ziet loon als kostenpost
Keynesianen: deze groep economen ziet loon als koopkracht

We zoomen even in op hun denkwijzen op de volgende dia's

Slide 3 - Slide

Klassieken: Loon=kosten
Er ontstaat automatisch marktevenwicht. 
Bij onderbesteding: weinig vraag naar goederen
Weinig vraag naar arbeid
Loon  moet dalen(loon is kostenpost)
Prijs daalt
Vraag naar goederen stijgen
Vraag wordt weer gelijk aan aanbod > marktevenwicht

Slide 4 - Slide

Keynesianen: loon=koopkracht
Bij onderbesteding: weinig vraag naar goederen
Lonen moeten omhoog (loon als koopkracht)
Koopkracht stijgt
Vraag naar goederen stijgt

Keynesianen zien loon dus als koopkracht. Klassieken zien loon als kostenpost


Slide 5 - Slide

Multiplier
Wanneer de overheid de economie wil stimuleren in een periode van onderbesteding (en dus anticyclisch conjunctuurbeleid voert) en daartoe bijvoorbeeld extra geld uitgeeft voor overheidsinvesteringen (een deel van O), dan ontstaat er een zogenaamde multiplierwerking. Wat bedoelen we daarmee?

Slide 6 - Slide

Van het geld dat de overheid uitgeeft moeten producten worden gemaakt, de mensen die de productiefactoren hiervoor leveren verdienen nu extra inkomen. Vervolgens gaan ook deze mensen dit geld uitgeven, waardoor er weer extra productie ontstaat, enz..enz…enz…


Slide 7 - Slide

Hierdoor stijgt het nationaal inkomen uiteindelijk méér dan er in eerste instantie extra werd uitgegeven.
Bijvoorbeeld: de overheid investeert € 10 mld extra → waardoor het nationaal inkomen uiteindelijk met € 15 mld stijgt.

Slide 8 - Slide

Oorzaak > gevolg
Stel de overheid gaat 10 miljard euro extra besteden, dan stijgt het nationaal inkomen (Y) dus direct met 10 miljard euro. We hebben immers al geleerd dat :
Y=C+I+O+E-M
Als O dus 10 miljard euro stijgt, stijgt Y ook 10 miljard euro.
Maar.....daar blijft het niet bij!

Slide 9 - Slide

Nu het nationaal inkomen (Y) gestegen is met 10 miljard euro  zal er ook meer geconsumeerd gaan worden. C stijgt dus. Dus dan stijgt Y weer! Want Y=C+I+O+E-M!
Dit gaat zo dus een tijdje door en dit proces noem je de multiplier of het sneeuwbaleffect

Slide 10 - Slide

Meer uitleg nodig over de multiplier? Kijk hier:
https://www.youtube.com/watch?v=bmJ1mw9DV4g
of hier:
https://www.economielokaal.nl/multiplier/

Slide 11 - Slide

Vragen?
VRAGEN?

Slide 12 - Slide

Huiswerk
2.1 t/m 2.7 maken

Slide 13 - Slide