Lesson 2: Klokkijken

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Telling the time

Telling time

In deze les gaan we oefenen met klokkijken.

Hiervoor moet je de getallen in het Engels kennen.

Verder zijn de woordjes to en past belangrijk.

Telling time

Hoe zeggen ze 'over' in het Engels?

Hoe zeggen ze 'voor' in het Engels?

What time is it?

1. Ten past half nine
2. Twenty past nine
3. Forty past nine
4. Twenty to nine

What time is it?
6:15

1. a quarter to six
2. a quarter past six
3. a quarter after six
4. a quarter for seven

what time is it?
7:50

1. ten to seven
2. ten before eight
3. ten past seven
4. ten to eight

What time is it?
4:30

1. half to five
2. four thirty
3. half past four
4. half five

what time is it?
2:40

1. twenty to three
2. forty past two
3. ten past half three
4. twenty before three

what time is it?
4:25

1. five to half past four
2. twenty-five past four

what time is it?
1:58

1. two to two
2. fifty-eight past one

what time is it?
8:47

1. thirteen to nine
2. seventeen to nine

what time is it?
10:36

1. thirty-six past ten
2. twenty-four to eleven

Hoe laat is het? 9:00
Type het netjes uit, begin met It's.
Schrijf de getallen in cijfers.

Hoe zeg je:
Half twee

Hoe laat is het?
15:45

Hoe laat is het?
10:27

Hoe laat is het?
8:37

Ik snap nu hoe ik moet klok kijken

1. Ja, vet makkelijk
2. Ja, met aantekeningen moet het lukken
3. Nee, ik twijfel vaak
4. Nee, ik snap er geen snars van