Examentraining havo

Examentraining geschiedenis
HAVO 

David Feenstra
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Examentraining geschiedenis
HAVO 

David Feenstra

Slide 1 - Slide

Programma 
Blok  1                               
8.45-9.00 uur                   Introductie & kennismaking 
9.00-10.30 uur                -Tijdsvolgorde
                                              - Bruikbaarheid, betrouwbaarheid en interpretatie (wie, wat, waarom, wanneer en hoe?)
                                              - Tijdvak 5, 6 & 7 i.c.m. Kenmerkende aspecten en vragen oefenen                                               
10.30-10.45 uur               pauze
Blok 2                                  
10.45-12.45 uur              -Tijdvak 8, 9  
                                             - HC Britse Rijk  1585-1900 - kennis, overzicht en oefenen
                                             - HC Duitsland  1918-1991 - kennis, overzicht en oefenen 
12.45-13.15 uur             pauze 
Blok  3                                
13.15-15.15 uur               HC Nederland 1948-2008 - kennis, overzicht en oefenen 
                                             Overige vragen beantwoorden 

Slide 2 - Slide

Tijdsvolgorde!

Slide 3 - Slide

Kenmerkende aspecten tijdvak 5
1. Het begin van de Europese expansie overzee    (HC)
2. Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
3. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
4. De protestantse reformatie had splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg. (HC)
5. het conflict in de Nederlanden (de Opstand) dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.




Slide 4 - Slide

Examenvraag 
Gebruik bron 1.

Een conclusie:
De Europese overzeese expansie draagt bij aan het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance.
3p 2 Geef aan:
 welk motief voor de overzeese expansie je kunt afleiden uit de voorwerpen die uit Amerika zijn meegenomen, en
 op welke wijze de expansie bijdraagt aan het veranderende mens- en wereldbeeld, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Kenmerkende aspecten tijdvak 6
6. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie  (HC)
7. Bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
8. Het streven van vorsten naar absolute macht
9. De wetenschappelijke revolutie 

Slide 7 - Slide

Examenvraag
Twee gegevens over Rachel Ruysch (1664-1750):
1 Rachel bestudeerde inheemse bloemen om ze na te tekenen en op te
nemen in een verzameling.
2 Rachel werd beroemd in de Republiek vanwege haar geschilderde
bloemstillevens, die populair waren bij Amsterdamse regenten.
2p 5 Noem bij elk gegeven een ander kenmerkend aspect uit de zeventiende
eeuw dat hierbij past.
Let op: je mag een kenmerkend aspect maar één keer gebruiken. 

Slide 8 - Slide

Antwoord 
maximumscore 2
Kern van een juist antwoord is:
• (Het bestuderen van inheemse bloemen past bij) 'de wetenschappelijke revolutie' 1
• (De interesse in de bloemstillevens / het verkopen van schilderijen aan Amsterdamse regenten past bij) 'de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek' 1

Opmerking
Als bij de tweede deelvraag 'Gouden Eeuw' wordt geantwoord, wordt geen scorepunt toegekend (omdat dit de aanduiding is van een periode en geen kenmerkend aspect).

Slide 9 - Slide

Kenmerkende aspecten tijdvak 7
10. Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen (de Verlichting)        (HC)

11. Voortbestaan van het Ancien régime (oude regime) en pogingen van vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)

12. Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekolonies en de daarmee verbonden Trans-Atlantische slavenhandel               (HC)

13. De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap              (HC)

Slide 10 - Slide

Wat is GEEN Verlichtingsideaal?
A
Alle mensen hebben gelijke rechten waarmee zij geboren worden
B
De kerk en de staat moeten van elkaar gescheiden worden
C
De samenleving is gebaseerd op erfelijkheid
D
De hoogste macht moet bij het volk liggen (volkssoevereiniteit)

Slide 11 - Quiz

Causale verbanden
  • Meerdere oorzaken:
  • In- direct, 
  • Lange- & korte termijn
  • Bedoeld & onbedoeld
  • Domeinen: politiek, (sociaal)economisch, cultureel-mentaal (geloof)
  • Continuïteit en verandering 

Slide 12 - Slide

Voorbeeld
Renaissance/humanisme -> Wetenschappelijke Revolutie 
-> Verlichting 
  • Democratische Revoluties (burgers aan de macht)
  • Abolitionisme (vrijheid & gelijkheid)
  • Industriële Revolutie (uitvindingen)
  • Politieke stromingen: liberalisme/socialisme  (vrijheid, gelijkheid)
  • Emancipatie (gelijkheid)
  • Democratisering (vrij en gelijk)

Slide 13 - Slide

Kenmerkende aspecten tijdvak 8 (HC)
14. De industriële revolutie legde in de westerse wereld de basis voor een industriële samenleving
15. Opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
16. Voortschrijdende democratisering
17. De opkomst van emancipatiebewegingen
18. Discussies over de ‘sociale kwestie’
19. Modern Imperialisme 

Slide 14 - Slide

Kenmerkende aspecten tijdvak 9 (HC)
20. Het voeren van twee wereldoorlogen
21. De crisis van het wereldkapitalisme
22. Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën: communisme en fascisme/nationaal-socialisme
23. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
24. Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
25. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
26. Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden
27. De Duitse bezetting van Nederland

Slide 15 - Slide

Kenmerkende aspecten tijdvak 10 (HC)
28. De dekolonisatie maakte een eind aan de westerse hegemonie in de wereld
 
29. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog

30. De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de 20e eeuw aanleiding
gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen

31. De eenwording van Europa
32. De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen

Slide 16 - Slide