Signalwörter Les 1 online

1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Ziel: vorbereiten fürs Examen

Deze les:
Uitleg Signalwörter
Lesen üben


Slide 2 - Slide

Signaalwoorden
Deze les gaat over signaalwoorden. Die zijn heel belangrijk in een tekst. Weten jullie wat een signaalwoord is? Kunnen jullie een voorbeeld noemen?

Slide 3 - Slide

Wat doet een signaalwoord?
Een signaalwoord zorgt voor verbanden tussen zinnen of alinea's.

Ook de verbanden binnen zinnen herken je door signaalwoorden. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Theorie signaalwoorden
  • Signaalwoorden geven verbanden aan 
  • Signaalwoorden hebben een functie
a. Tegenstelling
b. Tijdsaanduiding
c. Conclusie
d. Opsomming /uitbreiding
e. Gevolg
f.  Conclusie
g. Reden/oorzaak 
h. Keuze in opsomming
i.  Voorwaarde
j.  Voorbeeld geven
k. Beperking

Slide 7 - Slide

Fraudeurs hebben de website van Dixons nagemaakt en hebben tienduizenden advertenties voor grote kortingen op Markplaats gezet, meldt de technologiewebsite Tweakers.
Marktplaats heeft de verkoper inmiddels geblokkeerd, maar de nepsite is nog in de lucht.
De fraudeurs adverteren met flinke kortingen op telefoons. Te mooi om waar te zijn, want op het moment dat mensen bestellen, kunnen zij alleen betalen via een bankoverschrijving naar een Nederlandse ING-rekening. 
Op Marktplaats verschenen vanmorgen in korte tijd tienduizenden advertenties van de nepsite. Zo werd een iPhone 6 aangeboden voor 400 euro, in plaats van de gebruikelijke 600 tot 700 euro.
opsomming
Tegenstelling
Reden
Tegenstelling

Slide 8 - Drag question

weil
und
aber
während
nicht / sondern
also
nur
deshalb
zum Beispiel
Ich kann nicht kommen, ....... ich krank bin.
Ich habe einen Hund .... eine Katze.
Ich habe keine Zeit, .... ich werde dir trotzdem helfen.
Wir haben alle Hunger, .... Peter nicht.
Er hat Chips gegessen ...... der Deutschstunde.
Ich bin ...... böse ....... enttäuscht.
Mein Fahrrad is kaputt, .... muss ich mit dem Bus fahren.
Ich mache gerne Sport, ..... Hcokey, Fußball und schwimmen.
Es regnet, ..... bleibe ich zu Hause.

Slide 9 - Drag question

Ga terug naar 2e dia

Slide 10 - Slide