klas 2hv hoofdstuk 5 les 4

Paragraaf 5.4
Remmen en botsen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 5.4
Remmen en botsen

Slide 1 - Slide

Remweg = afstand tijdens het remmen


1. beginsnelheid
2. massa van het voertuig
3. remkracht
4. omstandigheden zoals wegdek, banden etc

Slide 2 - Slide

Remweg en beginsnelheid
Regel: snelheid n keer zo groot, dan remweg n2 keer zo groot

Dus: wordt de snelheid 2 keer zo groot, dan is de remweg 4 keer zo lang
En: wordt de snelheid 3 keer zo groot, dan is de remweg 9 keer zo lang
Enzovoort

Slide 3 - Slide

Als een auto 30 km/h rijdt, dan is zijn remweg 5 m. Hoe lang is de remweg als dezelfde auto 120 km/h rijdt?

Slide 4 - Open question

Stopafstand
Wanneer een voertuig moet gaan remmen, heeft de bestuurder vaak eerst nog even wat tijd nodig om te reageren. In die tijd rijdt hij nog even op volle snelheid door. De afstand die hij dan aflegt, noem je reactieafstand. Daarna gaat hij remmen en deze afstand heet remweg.
De totale afstand heet: stopafstand.

Dus: stopafstand = reactieafstand + remweg

Slide 5 - Slide

In een v,t-diagram
Een automobilist rijdt met een snelheid van 
54 km/h als hij plotseling moet remmen.
Hij heeft 0,8 s nodig om te reageren.
Daarna remt hij af, daar heeft hij 3 s voor nodig.

In totaal dus 3,8 s voordat hij stilstaat.

Slide 6 - Slide

In een v,t-diagram
1 = reactie
2 = remmen
1+2 = stoppen

Stoptijd = reactietijd + remtijd
Stoptijd = 0,8 s + 3,0 s = 3,8 s

Ook: Stopafstand = reactieafstand + remweg

Slide 7 - Slide

Stopafstand = reactieafstand + remweg

Reactieafstand uitrekenen met s = v * t
(dit mag, want tijdens het reageren is de snelheid constant)

Remweg uitrekenen met s = vgem * t
(dit mag alleen als het voertuig gelijkmatig afremt)

(we doen nu eigenlijk hetzelfde als in 4.2  op blz 20)

Slide 8 - Slide

Voorbeeld
Een auto rijdt met een snelheid van 45 km/h. Er steekt plotseling iemand de straat over en de bestuurder moet remmen. Haar reactietijd is 0,4 seconden. Over het remmen doet ze 6 seconden.

Hoe groot is haar totale stopafstand?

Slide 9 - Slide

Een auto rijdt met een snelheid van 45 km/h. Er steekt plotseling iemand de straat over en de bestuurder moet remmen. Haar reactietijd is 0,4 seconden. Over het remmen doet ze 6 seconden. Stap 1: hoe groot is de reactieafstand?

Slide 10 - Open question

Een auto rijdt met een snelheid van 45 km/h. Er steekt plotseling iemand de straat over en de bestuurder moet remmen. Haar reactietijd is 0,4 seconden. Over het remmen doet ze 6 seconden. Stap 1: hoe groot is de reactieafstand?

s = v * t 
v = 45 km/h = 12,5 m/s (delen door 3,6)
t = 0,4 s

s = v *t = 12,5 * 0,4 = 5 m

Slide 11 - Slide

Een auto rijdt met een snelheid van 45 km/h. Er steekt plotseling iemand de straat over en de bestuurder moet remmen. Haar reactietijd is 0,4 seconden. Over het remmen doet ze 6 seconden. Stap 2: hoe groot is de remweg?

Slide 12 - Open question

Een auto rijdt met een snelheid van 45 km/h. Er steekt plotseling iemand de straat over en de bestuurder moet remmen. Haar reactietijd is 0,4 seconden. Over het remmen doet ze 6 seconden. Stap 2: hoe groot is de remweg?

s = vgem * t
vgem = (vbegin + veind) / 2 = (12,5 + 0) / 2 = 6,25 m/s
t = 6 s
s = vgem * t = 6,25 * 6 = 37,5 m

Slide 13 - Slide

Een auto rijdt met een snelheid van 45 km/h. Er steekt plotseling iemand de straat over en de bestuurder moet remmen. Haar reactietijd is 0,4 seconden. Over het remmen doet ze 6 seconden. Stap 3: hoe groot is de stopafstand?


Stopafstand = reactieafstand + remweg = 5 m + 37,5 m = 42,5 m

Slide 14 - Slide

Botsen

Remweg
Reactieafstand

Bescherming

Slide 15 - Slide

Huiswerk
Maken en nakijken 5.4

Slide 16 - Slide