Quiz Warmte H5

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Test je kennis over H5: Warmte!

Vliegtuigen vliegen op kerosine. In kerosine zit

1. bewegingsenergie
2. elektrische energie
3. chemische energie
4. kernenergie

Je vult een glas eerst voor de helft met kraanwater van 14 gr. C. Daarna maak je hem helemaal vol. Dan...

1. wordt de temperatuur 2x zo hoog
2. wordt de hoeveelheid warmte 2x zo groot
3. gaan de moleculen harder trillen
4. blijft de hoeveelheid warmte hetzelfde

De molecuulformule van aardgas is

1. CH4
2. CO2
3. CH2OH
4. C2H4

CH4 bevat

1. 1 koolstofatoom en 4 watermoleculen
2. 4 koolstofatomen en 4 waterstofatomen
3. 4 koolwaterstofatomen
4. 1 koolstofatoom en 4 waterstofatomen

Een verbrandingsreactie is exotherm. Als er 1,5 kJ aan warmte vrijkomt staat dat gelijk aan

1. 150 J
2. 0,0015 MJ
3. 15 J
4. 0,015 MJ

Bij een benzinepomp mag je niet roken. Welke voorwaarde voor verbranding neem je daarmee weg?

1. brandstof
2. zuurstof
3. ontbrandings-temperatuur
4. geen van alle

Waarom stroomt in een pan die op het vuur staat, het warme water omhoog?

1. De moleculen trillen harder
2. hoe warmer het water, hoe kleiner de dichtheid
3. warm water wil weg van het vuur
4. warm water is lichter dan koud water

Een vogel heeft een verenpakket. Welke vorm van warmtetransport wordt hiermee vooral tegengegaan?

1. stroming
2. geleiding
3. straling
4. alle vormen

Geef een voorbeeld van iets dat je 's winters buiten gebruikt, omdat het de warmte slecht geleidt

Wat is géén broeikasgas?

1. methaan (koeienscheet)
2. koolstofdioxide
3. stikstof
4. waterdamp

Het broeikaseffect

1. verstoort het stralingsevenwicht op aarde
2. zorgt voor een stijging van de temperatuur op aarde
3. voorkomt grote temperatuurschommelingen
4. maakt van de dampkring een nog dikkere 'deken'

Tot slot:
Welk onderwerp ga je voor de toets nog de meeste aandacht geven?