ecosystemen

Samenhang in ecosystemen
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Samenhang in ecosystemen

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan als je het woord ecosysteem hoort?

Slide 2 - Mind map

Wat weten jullie al van ecosystemen?

Slide 3 - Mind map

Waar gaan we het vandaag over hebben?

- Ecosystemen
- Voedselrelaties in een ecosysteem
- Voedselketen en voedselweb 
- De energiestroom
- De voedselkringloop


Slide 4 - Slide

Wat is een ecosysteem?
  1. Afhankelijk van eigen omgeving
  2. Levende organismen (biotische factoren)
  3. Levenloze natuur (abiotische factoren)
  4. Samenhangend geheel

Slide 5 - Slide

Nederlands loofbos
- Paddenstoelen
- Eiken, beuken 
- Varens, braamstruiken
- Konijnen, bosuil, Vlaamse gaai
- Vruchtbare bodem met dikke humuslaag
- Onder de boom is het donker en vochtig 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

biotopen 
- Verschillende grootte ecosystemen
- Een sloot
- Uitgestrekt duingebied
- karakteristieke ecosystemen
- Gebied met een uniform landschapstype
klimaat en geografische omstandigheden hetzelfde

Slide 8 - Slide

Voedselrelaties
- Beïnvloeding van organismen
- Concurrentie
- Competitie
- Predator 
- Prooi 
- Relaties tussen organismen
- Voedselrelaties

Slide 9 - Slide

Wat voor soort grond vind je in loofbossen?
A
Vruchtbaar, dikke humuslaag
B
vruchtbaar, mos laag
C
droog, veen grond
D
droog, dikke humuslaag

Slide 10 - Quiz

Voedselketen
- Planten vormen de eerste schakel
- Fotosynthese 
- Zonne-energie vastleggen in energierijke suikers
- Eigen voedsel produceren
- Producenten
- Dieren moeten andere organismen consumeren
- Energie en voedingstoffen 
- Consumenten
- Planteneters, vleeseters, alleseters

Slide 11 - Slide

Dieren
- Herbivoren - slak, veldmuis, konijn
-Carnivoren - kruisspin, vos, bosuil
- Omnivoren - wormen, slakken, insecten
- Mensen zijn omnivoren 


Slide 12 - Slide

Voedselweb
- Ecosystemen zijn complex
- voorbeeld: gras voedt de slak en de slak voedt de merel
- Talloze voedselketens te onderscheiden
- Onderling geschakelde voedselketen noem je een voedselweb

Slide 13 - Slide

Voedselpiramide 
- Relatief veel producenten
- Minder planteneters
- Nog minder vleeseters 
- Maar een paar toppredatoren
- Dit maakt een piramide 

Slide 14 - Slide

Wat is de goede volgorde van de voedselpiramide?
A
vleeseters, toppredatoren, planten, planteneters
B
planten, planteneters, vleeseters, toppredatoren
C
planteneters, vleeseters, toppredatoren,planten
D
planten, vleeseters, planteneters, toppredatoren

Slide 15 - Quiz

Energiestroom
- Energie en voedingstoffen doorgeven
- producenten
- energierijke suikers
- planteneters
- consumenten

Slide 16 - Slide

Energie verlies
- Verteerd plantaardig weefsel wordt omgezet naar energie voor aanmaak van dierlijk weefsel
- 90% Energie verlies per consument
- meer energie in de basis van de voedselpiramide dan bovenin 

Slide 17 - Slide

Opbouw van de voedselpiramide
- Aan de basis vind je de meeste organismen en de grootste energiebron.
- Niet altijd meer planteneters als planten zelf, wel grote hoeveelheid plantaardig weefsel.
- Aan de top een aantal top predatoren, teveel top predatoren zou zorgen voor te weinig energie.

Slide 18 - Slide

Waar vind je de grootste energiebron in de voedselpiramide?
A
Bij de top predatoren
B
In de basis
C
Bij de planteneters
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 19 - Quiz

De voedselkringloop
- Natuurlijk afval
- Geen belasting voor het ecosysteem
- Verrijking voor het ecosysteem door voedingsstoffen 
-  Reducenten, (bodemdieren, schimmels, bacteriën)
- Koolstofdioxide, water, voedingszouten
- Voedselkringloop

Slide 20 - Slide