Les jours - les dates - les nombres
Combinez les mois
décembre
janvier
mai
juin
mars
avril
février
août
juillet
novembre
septembre
octobre
januari
april
mei
juli
december
maart
februari
juni
augustus
november
september
oktober
1 / 4
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Combinez les mois
décembre
janvier
mai
juin
mars
avril
février
août
juillet
novembre
septembre
octobre
januari
april
mei
juli
december
maart
februari
juni
augustus
november
september
oktober
Slide 1 - Drag question
Combinez les jours
dimanche
lundi
samedi
mardi
les jours
jeudi
vendredi
mercredi
le week-end
la semaine
maandag
vrijdag
zaterdag
de week
dinsdag
donderdag
woensdag
de dagen
het weekend
zondag
Slide 2 - Drag question
Combinez les nombres
vingt-quatre
quatorze
seize
quinze
vingt-cinq
neuf
dix-huit
vingt-trois
trente-et-un
treize
25
31
13
18
15
16
24
23
9
14
Slide 3 - Drag question
Combinez les mots interrogatifs
wie?
wat?
waar?
wanneer?
hoe?
hoeveel?
waarom?
welk(e)?
combien?
où?
qui?
qu'est-ce que?
quand?
comment?
pourquoi?
quel(le)?
