3M: H1.3 percentages berekenen

blz 29   1.3 Percentage gevraagd
Deze les leer je:
  • begrippen: absolute en relatieve toename
  • percentage uit te rekenen 

     (tot nu toe wisten we de procenten 
      en moesten we het aantal of het bedrag uitrekenen)
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

blz 29   1.3 Percentage gevraagd
Deze les leer je:
  • begrippen: absolute en relatieve toename
  • percentage uit te rekenen 

     (tot nu toe wisten we de procenten 
      en moesten we het aantal of het bedrag uitrekenen)

Slide 1 - Slide

Herhaling van vorige week
Bereken in je schrift onderstaande opgave. Schrijf je berekening/tabel op:


Slide 2 - Slide

percentage berekenen

Slide 3 - Slide

 1.3 Percentage gevraagd
eerst 50 auto's  → dan 65 auto's
Absolute toename is in aantallen
Hoeveel is die?

Slide 4 - Slide

 1.3 Percentage gevraagd
eerst 50 auto's  → dan 65 auto's
Relatieve toename is in procenten
Hoeveel bereken je dat?

Slide 5 - Slide

 1.3 Percentage gevraagd
eerst 50 auto's  → dan 65 auto's
Relatieve toename is in procenten
Hoeveel bereken je dat?
Met de procententabel!

Slide 6 - Slide

 1.3 Percentage gevraagd
procenten rond je af op 1 decimaal!
Denk hieraan bij je antwoord:

Slide 7 - Slide

 1.3 Percentage gevraagd
Dus bij relatieve toename werk je 
met de procententabel!

Slide 8 - Slide

 1.3 Percentage gevraagd
Oefen dit nu met opgave 53.
Klaar? Ga verder met opgaven maken.

Slide 9 - Slide

 1.3 Percentage gevraagd
antwoord opgave 53
899
1
x
400
?
? = 100 : 899 x 400
   = 44,5 %

Slide 10 - Slide

Opgaven maken

Slide 11 - Slide

Weektaak week 37
Les 1: H1.3. maken opdr 52, 53, 55, 57, 58

Les 2: H1.4 & H1.5. opdr: 61,62, 64, 65, 67, 68

Les 3: Opdr 70 t/m 78
Les 4: opdr 79 t/m 88 


Slide 12 - Slide

Lesdoelen
  • Je leert rekenen met grote getallen en hoe je deze logisch kan afronden. 

Slide 13 - Slide

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 14 - Slide

Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
vijftigduizend
A
500
B
5000
C
55000
D
50000

Slide 15 - Quiz

Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
1,8 miljard
A
1 800 000
B
180 000 000 000
C
1 800 000 000
D
18 000 000 000

Slide 16 - Quiz

hoe schrijf je 250 duizend als getal?
A
250.000
B
25.000
C
2500.000
D
2.500

Slide 17 - Quiz

hoe schrijf je 45 miljoen?
A
4.500.000
B
45.000.000
C
450.000.000
D
4500.000.000

Slide 18 - Quiz

hoe schrijf je 5 miljard?
A
5.000.000
B
50.000.000
C
500.000.000
D
5.000.000.000

Slide 19 - Quiz

Hoe schrijf je één miljard met cijfers?





1000000000
100000000
10000000000
1000000
Miljard

Slide 20 - Drag question

Weektaak week 37
Les 1: H1.3. maken opdr 52, 53, 55, 57, 58

Les 2: H1.4 & H1.5. opdr: 61, 62, 64, 65, 67, 68

Les 3: Opdr 70 t/m 78
Les 4: opdr 79 t/m 88 


Slide 21 - Slide