This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Mittwoch, 23. November 2017
Slide 1 - Slide
Programm
1. Lernziel
2. Grammatik Partizip
3. Selbständig arbeiten
4. Korrigieren
5. Evaluation
Slide 2 - Slide
Lernziel
Ihr kennt den Unterschied zwischen starken und schwachen Verben und könnt diese Verben konjungieren.
Ihr versteht einen Lesetext über eine Internetschule.
Ihr könnt den Wortschatz dieses Lernboxes anwenden.
Slide 3 - Slide
Voltooid deelwoord
Mhhh....... wat is eigenlijk het voltooid deelwoord? En wanneer gebruik je het?
Slide 4 - Slide
Als je wil vertellen dat iets al gebeurt is, dan gebruik je een voltooid deelwoord in een zin. Voltooid betekent dat iets af is.
Dus je verteld iets in de verleden tijd.
Slide 5 - Slide
'haben' en 'sein'
Een voltooid werkwoord heeft altijd een hulpwerkwoord haben of sein bij zich in de zin.
Slide 6 - Slide
Pak je schrift of een blaadje en schrijf de voltooide deelwoorden uit deze tekst op. Schrijf ook op of het een sterk of een zwak voltooid deelwoord is.
Gestern bin ich zu Monika gefahren. Sie hat damals in Aachen gewohnt und ich habe immer mit ihr gespielt. Ihre Mutter hat mir die Türe geöffnet. Im Wohnzimmer habe ich auf sie gewartet. In der Zwischenzeit habe ich mit Monikas Mutter geredet. Dann ist Monika nach Hause gekommen. Wir sind dann in die Stad gefahren und haben ein Eis gegessen.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Slide
Voltooid deelwoord sterk werkwoord
begint met ge- en op einde -en, maar
geen echt regel verder.
Dus uit je hoofd leren!!
Slide 10 - Slide
Machen und korrigieren
Aufgaben 37,38, (AB S.30). Nicht klar (nog niet begrepen dan)? Aufgabe 41