5.3 ACTIEF OP DE ARBEIDSMARKT

1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoelen 5.3

- Hoe ziet de arbeidsmarkt eruit?
- Wanneer hoor je bij de beroepsbevolking?

- Welk werk telt mee in de economische cijfers?

Slide 2 - Slide

Arbeidsmarkt

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

beroepsbevolking

BEROEPSBEVOLKING = AANBOD VAN ARBEID


Beroepsbevolking zijn alle inwoners van Nederland van 15 tot 67(dit wordt steeds ouder) die werken of werk zoeken voor tenminste 12 uur in de week.


Slide 6 - Slide

formele productie
Als je een betaalde baan hebt, werk je in de formele sector. 

Slide 7 - Slide

grijs werk: vrijwilligers werk of werk in huishouding (ONBETAALD)

zwart werk: niet geregistreerd, geen belasting en sociale premies, strafbaar

(BETAALD)

Slide 8 - Slide

Arbeidsdeelname (arbeidsparticipatie)
Het percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking behoort.

De overheid verwacht een tekort aan arbeidskrachten op de arbeidsmarkt en wil dat een groter deel van de bevolking gaat werken.

Slide 9 - Slide

Er zijn totaal tussen de 15-65 jaar (x 1000) 7250 vrouwen. De beroepsbevolking is 5990 (x1000). Wat is de arbeidsparticipatie van vrouwen.
A
(7.250.000/5.990.000)X 100%=121%
B
(5.990.000/7.250.000)x 100%= 82,6%
C
Moet ik nog leren.
D
1,5 x de helft

Slide 10 - Quiz

Arbeidsdeelname bevorderen
Overheid en bedrijven kunnen de arbeidsdeelname bijvoorbeeld bevorderen door:
  • scholing;
  • kinderopvang.

Slide 11 - Slide

formule arbeidsparticipatie

Beroepsgeschikte bevolking (= werkenden + werklozen die willen werken)
-----------------------------------------------------------------------------                            x 100
Totale beroepsbevolking

Slide 12 - Slide

Bij een overschot op de arbeidsmarkt is er meer ....
A
aanbod.
B
vraag.

Slide 13 - Quiz

Een teveel aan arbeiders kan leiden tot ontslag.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Een voorbeeld van de informele sector is...
A
leraar
B
vuilnisman
C
thuis vrijwillig helpen met stofzuigen
D
een potje voetbal kijken

Slide 15 - Quiz

Een voorbeeld van de formele sector is...
A
boodschappen door voor je oma
B
Stofzuigen bij jouw ouders
C
jouw kamer opruimen
D
bakker

Slide 16 - Quiz

Op de arbeidsmarkt komt (1) van arbeid van de beroepsbevolking en de (2) van de werkgevers.
A
(1) de vraag (2) de vraag
B
(1) de vraag (2) het aanbod
C
(1) het aanbod (2) de vraag
D
(1) Het aanbod (2) het aanbod

Slide 17 - Quiz

Je hoort bij de beroepsbevolking als je tussen de 15 en de (1) leeftijd bent én je werkt of bent (2)
A
(1) 65 (2) op zoek naar werk
B
(1) pensioenleeftijd (2) op zoek naar werk

Slide 18 - Quiz

Welk werk telt mee in de economische cijfers? Werk in de...
A
informele sector
B
formele sector
C
primaire sector
D
Quartaire sector

Slide 19 - Quiz

Lesdoelen 5.3

- Hoe ziet de arbeidsmarkt eruit?
- Wanneer hoor je bij de beroepsbevolking?

- Welk werk telt mee in de economische cijfers?

Slide 20 - Slide