lesson (EXTRA)

UNIT 2 - LESSON (EXTRA)
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

UNIT 2 - LESSON (EXTRA)

Slide 1 - Slide

Plan
  • Terugblik
  • Leerdoel
  • Instructie
  • Zelf aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Wat staat er in de toekomst op de planning?
  • SO unit 2 (17 oktober)

Slide 3 - Slide

ELKE VRAAG HEEFT EEN TIMER!


Je krijgt 10 sec. om een vraag te beantwoorden!

Slide 4 - Slide

MAAK DE ZIN AF (to be):

I ... going to school. (not)
A
am not
B
are not
C
is not
D
have not

Slide 5 - Quiz

MAAK DE ZIN AF (to have):

They .... new pencils. (not)
A
hasn't got
B
has not got
C
haven't got
D
have not got

Slide 6 - Quiz

TRANSLATE:
guy
A
gozer
B
grijs
C
kopen
D
liegen

Slide 7 - Quiz

TRANSLATE:
nervous
A
vies
B
bang
C
nerveus
D
lui

Slide 8 - Quiz

TRANSLATE:
photograph
A
foto
B
fotograaf
C
grafiek
D
kast

Slide 9 - Quiz

TRANSLATE:
news team
A
nieuwe groep
B
nieuwsteam
C
nieuwe team
D
groep

Slide 10 - Quiz

TRANSLATE:
Mike kan foto's nemen.

Slide 11 - Open question

TRANSLATE:
Het brugklassertje is misselijk.

Slide 12 - Open question

TRANSLATE:
Leuk je ontmoet te hebben, Mike!

Slide 13 - Open question

What's the time?

Slide 14 - Slide

What's the time?

Slide 15 - Slide

Learning goal(s)
  • You can count from 0 to 30 in English.
  • Je kan  in het Engels van 0 tot 30 tellen.

Slide 16 - Slide

What do you use numbers for?

Slide 17 - Mind map

Who can count in English from...
15 to 22?

Slide 18 - Slide

How can you learn the numbers fast?

Slide 19 - Slide

USE PAGE 87 IN YOUR COURSEBOOK!!!!

Slide 20 - Slide

WRITE THE ENTIRE ENGLISH WORD FOR... :

16


Slide 21 - Open question

WRITE THE ENTIRE ENGLISH WORD FOR... :

23


Slide 22 - Open question

WRITE THE ENTIRE ENGLISH WORD FOR... :

29


Slide 23 - Open question

WRITE THE ENTIRE ENGLISH WORD FOR... :

30


Slide 24 - Open question

Get to work!
  • Maak de SELF-TEST van unit 2.
  • Je werkt zelfstandig en stil!
  • Vraag? Steek je hand op.
  • Alle opdrachten al af? Doe wat voor jezelf (tekenen, lezen, geen mobiel...)

Slide 25 - Slide

She ..... the book she needs. (not)
A
haven't got
B
have not got
C
hasn't got
D
has not got

Slide 26 - Quiz

We ..... enough time! (not)
A
hasn't got
B
has not got
C
haven't got
D
have not got

Slide 27 - Quiz

What time is it?

Slide 28 - Slide

What time is it?

Slide 29 - Slide

EVALUATION
  • Wat ging goed?
  • Wat kan beter?

  • Morgen SO unit 2!!!
  • Na de vakantie de hoofdstuktoets van unit 2 (31 oktober). STAAT OP SOM!

Slide 30 - Slide