2.7 grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Grammatica:

Lidwoord

Zelfstandig naamwoord

Werkwoord

BKA1A

Grammatica  

De volgende woordsoorten leer je in deze paragrafen:

• zelfstandig naamwoord
• lidwoord 
• werkwoord 

Lidwoorden: de, het of een

Zelfstandige naamwoorden

Zelfstandige naamwoorden (zn) zijn:

• Mensen 
• Dieren 
• Planten 
• Dingen 
• (Plaats)namen

Je kunt er vaak een lidwoord voor zetten.

0

Werkwoord (ww)

werkwoorden zijn: doe-woorden 

Een werkwoord zegt wat iets of iemand overkomt.

Een werkwoord kan je 'doen'

0

Benoem de woordsoorten:
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?
de =

1. ww
2. zn
3. bn
4. lw

Geef mij de verf eens aan?
verf=

1. lw
2. zn
3. ww
4. voorzetsel

'De' 'het' en 'een' noemen we een....

1. Lidwoorden
2. Zelfstandig naamwoorden
3. Bijvoeglijk naamwoorden

Kees koopt een appel
Wat zijn zelfstandig naamwoorden?

1. Kees
2. Kees koopt
3. Kees appel
4. appel

Kees koopt een appel.
Wat is een lidwoord?

1. Kees
2. koopt
3. een
4. appel

Kees koopt een appel.
Wat is een werkwoord?

1. Kees
2. koopt
3. een
4. appel

De hond ligt in de pot.
Wat zijn zelfstandig naamwoorden?

1. De
2. De hond
3. hond ligt
4. hond pot

De hond ligt in de pot.
Wat zijn de lidwoorden?

1. De
2. De hond
3. hond ligt
4. De de

De hond ligt in de pot.
Wat is het werkwoord?

1. De
2. hond
3. ligt
4. in

Wat een goede vraag!
Wat zijn zelfstandig naamwoorden?

1. wat
2. een
3. goede
4. vraag

Henk eet een ijsje.
Wat zijn zelfstandig naamwoorden?

1. Henk ijsje
2. Henk eet
3. Henk een
4. eet

Henk eet een ijsje.
Wat is een werkwoord?

1. Henk
2. eet
3. een
4. ijsje

Joyce fietst naar school.
Wat zijn zelfstandig naamwoorden?

1. Joyce
2. Joyce fietst
3. school
4. Joyce school

Joyce fietst naar school.
Wat is het werkwoord?

1. Joyce
2. fietst
3. naar
4. school