This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Hoe bereken je de omtrek van een figuur?
Slide 1 - Open question
Omtrek is de lengte van het touwtje dat precies om het figuur past. Als alle zijden rechte lijnstukken zijn, dan kun je de omtrek vinden door alle lengten bij elkaar te tellen. Bij figuren met kromme lijnen lukt dat niet.
Slide 2 - Slide
Bereken de omtrek (alle maten zijn in centimeter).
Slide 3 - Slide
De omtrek is
A
3+1+4+2+1 = 12 cm
B
3+1+4+2+6+1+1=18 cm
C
3+1+4+2+6+2+1+1=20 cm
D
3+1+4+2+6+2+2+1+1= 22 cm
Slide 4 - Quiz
Bereken de omtrek (alle maten zijn in centimeter).
Slide 5 - Slide
De omtrek is
A
1+1+3+5+5= 15 cm
B
1+1+1+1+3+5+5= 17 cm
C
1+1+1+3+5+5+5= 21 cm
D
1+1+1+1+3+5+5+5=22 cm
Slide 6 - Quiz
De vierkanten hebben zijden van 5 cm.
Het vierkant in het midden heeft zijden van 3 cm.
Bereken de omtrek van het figuur.
Slide 7 - Slide
De omtrek is
A
20 + 20 + 12 = 52 cm
B
4 x 5 + 2 x 2 = 24 cm
C
5+2+2+5+5+2+5+2= 28 cm
D
28 + 12 = 40 cm
Slide 8 - Quiz
Als de lengten niet gegeven zijn, dan moet je zelf meten.
Slide 9 - Slide
Als de lengten niet gegeven zijn, dan moet je zelf meten.
De omtrek is
5,8 + 5,8 + 2,2 = 13,8 cm
Slide 10 - Slide
Als alle zijden even lang zijn, dan meet je natuurlijk maar één van de zijden.
Slide 11 - Slide
Als alle zijden even lang zijn, dan meet je natuurlijk maar één van de zijden.
De omtrek is 10 x 3,3 = 33 cm
Slide 12 - Slide
Teken een rechthoek met een omtrek van 14 cm.
Teken nog een rechthoek met omtrek 14 cm, maar een andere lengte en breedte.
Slide 13 - Slide
Teken een rechthoek met een omtrek van 14 cm.
Teken nog een rechthoek met omtrek 14 cm, maar een andere lengte en breedte.
Slide 14 - Slide
Teken een vierkant met een omtrek van 10 cm.
Slide 15 - Slide
Teken een vierkant met een omtrek van 10 cm.
Slide 16 - Slide
huiswerk
gewone route: maken 10, 13 tot en met 19
uitdagende route: maken 10, 13, 14, 15, 17, 18, 19 en U4