Brugklas AK H4 par 1

Hoofdstuk 4 - Ontwikkeling
We gaan in periode 4 leren dat er op aarde verschillen zijn in de ontwikkeling van landen en gebieden.

Simpel gezegd: we hebben het over arm en rijk. 

Neem allemaal in je leerboek paragraaf 4.1 voor je neus tijdens deze les, en doe zo goed mogelijk mee.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 - Ontwikkeling
We gaan in periode 4 leren dat er op aarde verschillen zijn in de ontwikkeling van landen en gebieden.

Simpel gezegd: we hebben het over arm en rijk. 

Neem allemaal in je leerboek paragraaf 4.1 voor je neus tijdens deze les, en doe zo goed mogelijk mee.

Slide 1 - Slide

Wat betekent rijkdom
voor jou?

Slide 2 - Mind map

We lezen allemaal de introtekst
Ons leven in een rijk land is volkomen anders dan het leven van een leeftijdsgenoot in een arm land. Wat wij als normaal zien, is voor sommigen ontzettende luxe.

Ieder mens op aarde heeft 4 basisbehoeften om goed te kunnen leven. Dit heeft iedereen echt nodig!

Slide 3 - Slide

Wat zijn de basisbehoeften denken jullie?
A
Voedsel, geld, internet en kleding
B
Voedsel, onderwijs, onderdak, gezondheidszorg
C
Voedsel, kleding, elektriciteit, onderwijs
D
Voedsel, stromend water, elektriciteit, onderdak

Slide 4 - Quiz

Verdeling van rijkdom
De rijkdom op aarde is niet gelijkmatig verdeeld, kijk maar eens in bron 5. 

Wat valt je op als je het noorden van de wereld met het zuiden vergelijkt?

Slide 5 - Slide

Sociale ongelijkheid is de scheve
verdeling van geld.

Hoe zie je dat in jouw leven?

Slide 6 - Mind map

Ondanks de sociale ongelijkheid leven er in Nederland gelukkig niet zoveel mensen onder de armoedegrens.

Dat is het minimale bedrag dat je per dag nodig hebt, voor je basisbehoeften zoals voedsel en onderdak.

Die armoedegrens verschilt dus per land, want het leven is niet overal even duur.

Slide 7 - Slide

Bekijk bron 5A (van de Big Mac).
Waar is de armoedegrens het hoogst?
A
Zwitserland
B
India
C
Egypte
D
VS

Slide 8 - Quiz

Koopkracht
Hoeveel je kunt kopen voor 1 euro is je koopkracht. 

Hoe hoger die is, hoe meer je kunt kopen voor 1 euro.

Rijke landen hebben dus een lage koopkracht.

Slide 9 - Slide

Hoeveel procent van de wereldbevolking leeft onder de armoedegrens van hun land?
A
3,2%
B
7,7%
C
10,9%
D
15,6%

Slide 10 - Quiz

Ontwikkelingslanden
In ontwikkelde landen hebben de meeste mensen werk, of een uitkering als zij niet kunnen werken. 

De arme landen, waar dat niet zo is, noemen we ontwikkelingslanden.
Als je hier geen baan hebt, krijg je helemaal niks van de overheid! Dus je zult verhongeren als je niets doet.

Daarom werken veel mensen in de scharreleconomie.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

In de scharreleconomie verzinnen mensen zelf iets om wat geld mee te verdienen. Kun jij een voorbeeld bedenken?

Slide 13 - Open question

Aan de slag
Met paragraaf 1 en het onderwerp ontwikkeling gaan we in de volgende les verder.

Wat ga jij nu doen als HW?

Lees de tekst van par. 1 nauwkeurig door.
Maak opdracht 1,2 en 3 in je werkboek van paragraaf 4.1

Slide 14 - Slide