2D en 3D - les 5 - herhaling

grooteenheden
Omtrek, oppervlakte en inhoud
1 / 29
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

grooteenheden
Omtrek, oppervlakte en inhoud

Slide 1 - Slide

Doelen van de les:
  • grooteenheden
  • (omtrek - oppervlakte - inhoud)
  • referentiematen (om schattingen te kunnen doen)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat gaan we vandaag doen
Hoe zat het ook alweer?
1 m = 10 dm = 100 cm= 1000 mm
1 km = 1000 m
dus 1km = 1000 000 mm

Slide 4 - Slide

Weten we het nog??

Slide 5 - Slide

De rolmaat geeft 4,3 dm aan.
Hoeveel centimeter is dat?
A
430
B
43
C
4,3
D
4300

Slide 6 - Quiz

Het is 2,2 km naar de sporthal.
Hoeveel meter moet ik fietsen?
A
22000
B
2,2
C
22
D
2200

Slide 7 - Quiz

De oppervlakte van een tuin is 75 m2. Hoeveel cm2 is dat?
A
7500
B
750
C
0,75
D
750000

Slide 8 - Quiz

De inhoud van een aquarium is 115 liter. Hoeveel dm3 is dat?
A
11,5
B
115
C
1150
D
115000

Slide 9 - Quiz

In een jerrycan zit 5000 cm3 water. Hoeveel liter is dat?
A
500
B
5000
C
5
D
0,5

Slide 10 - Quiz

Welke formule is/zijn mogelijk bij de omtrek?
A
Lengte + breedte
B
Lengte + breedte x 2
C
Lengte x breedte
D
Lengte+breedte+lengte+breedte

Slide 11 - Quiz

Hoe bereken je de omtrek van een cirkel?
A
pi * straal
B
diameter * pi
C
straal * diamter
D
2 * straal * pi

Slide 12 - Quiz

Rond een weiland loopt een sloot. Het weiland is 189,5m breed en 405m lang. Hoeveel km is de sloot om het weiland?
Rond af op 1 decimaal.
(laat ook je berekening zien)

Slide 13 - Open question

Even voor jezelf
Wat is de
omtrek?
Geef
antwoord
in cm...

Slide 14 - Slide

3 a) Omtrek berekenen

Slide 15 - Slide

Opdracht 3a) Bereken de omtrek
timer
3:00

Slide 16 - Open question

Hoe bereken je de oppervlakte van een vierkant / rechthoek?
A
lengte x breedte x hoogte
B
lengte x breedte
C
lengte + breedte + lengte + breedte
D
lengte + breedte

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Link

Hoe bereken je de oppervlakte van een cirkel?
A
straal * straal * pi
B
straal * pi

Slide 19 - Quiz

3 b) Oppervlakte berekenen

Slide 20 - Slide

Opdracht 3b) Bereken de oppervlakte
timer
3:00

Slide 21 - Open question

Hoe bereken je de inhoud van een cilinder?
A
Oppervlakte bodem x hoogte
B
straal x straal x pi x hoogte
C
hoogte x breedte
D
hoogte x lengte x breedte

Slide 22 - Quiz

8) Een aquarium = breedte 1.5 dm, lengte 35 cm, hoogte 25 cm.
1 dm3 = 1 liter EN 1 liter water weegt 1 kg.
Hoeveel weegt het water in het aquarium? (heel getal)

Slide 23 - Open question

9) De oppervlakte van de bodem van een aquarium is 10dm2. De breedte van de bodem is 25cm.
Wat is de lengte van de bodem in cm?

Slide 24 - Open question

9) De oppervlakte van de bodem van een aquarium is 10dm2. Er zit 35 ltr water in
Wat is de waterhoogte in cm?

Slide 25 - Open question

Bonusvragen!
10) 1 liter water weegt 1 kg. Een dak is 8m bij 7m. Er ligt 5cm regenwater op.
Hoeveel weegt het water op dit dak?

Slide 26 - Open question

9) Een aquarium = 40 cm x 25 cm x 35 cm = inhoud van 35dm3 Er wordt een steen in gelegd waardoor de waterhoogte stijgt met 1,5 cm.
Wat is het volume (inhoud) van de steen?

Slide 27 - Open question

9) Een aquarium = 40 cm x 25 cm x 35 cm = inhoud van 35dm3 Er wordt een steen in gelegd waardoor de waterhoogte stijgt met 1,5 cm.
Wat is het volume (inhoud) van de steen?
Antwoord = 1,5 dm3
Het water stijgt 1,5 cm waardoor er 1,5 cm minder water in kan. Nieuwe waterhoogte = 35 cm - 1,5 cm = 33,5cm
Reken cm om naar dm 33,5 cm = 3,35 dm = nieuwe waterhoogte
Bereken het oppervlakte = l x b = 40cm x 25 cm = 4 dm x 2,5 dm = 10 dm2
Bereken de nieuwe inhoud = opp. x nieuwe waterhoogte = 10 dm2 x 3,35 dm = 33,5 dm3
Oud dm3 - nieuw dm3 = inhoud van de steen = 35 dm3 - 33,5 dm3 = 1,5 dm3

Slide 28 - Slide

Vragen?
VRAGEN?

Slide 29 - Slide