Questions & Negations brugklas

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1

Questions & Negations brugklas

Grammar: vragen & ontkenningen

Met welk symbool kun je een vraag herkennen?

does

do

He

She

It

I

You

We

They

Santa claus

My father and I

The dog

Wat is een goede vraagzin?

1. Has she a red car?
2. Does she has a red car?
3. Does she have a red car.
4. Does she have a red car?

Met welk symbool kun je een ontkenning herkennen?

Wat is een ontkenning?

1. Als je ergens om liegt.
2. Als je zegt dat iets niet zo is.

Wat is een goede ontkenning?

1. She hasn't a red car.
2. She doesn't have a red car.
3. She doesn't has a red car.
4. She does not have a red car.

doesn't / does not

don't / do not

He

She

It

I

You

We

They

Santa claus

My father and I

The dog

Vind de ww van de zin:
Mary eats lots of candy.

Vind de ww van de zin:
My sister and I have got brown hair.

Vind de ww van de zin:
We are at school.

Vind de ww van de zin:
Fred has a twin brother.

Vind de ww van de zin:
They are running to the sea.

Vind de ww van de zin:
I am 12 years old.

Vind de ww van de zin:
She flies to Spain every year.

Maak ontkennend (-)(geen afkorting!)
Mary eats lots of candy.

Maak vragend (?):
My sister and I have got brown hair.

Maak vragend (?):
We are at school.

Maak ontkennend (-) (geen afkorting!)
Fred has a twin brother.

Maak vragend (?):
They are running to the sea.

Maak ontkennend (-) (geen afkorting!)
I am 12 years old.

Maak vragend (?):
She flies to Spain every year.

Maak vragend (?):
The dog has got a lot of toys.

Ik weet hoe ik vragen (?) & ontkenningen (-) in het Engels kan maken.

😒🙁😐🙂😃