SE1: Drama Theorie reader Hoofdstuk 2

• Drama
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

SE1: Drama Theorie reader Hfdstk 2

Mavo 3

Welkom bij deze lessonup

Deze lessonup beschrijft alle theorie van hoofdstuk 2 van de theorie reader.

Als je dit symbool ziet:           betekent dat, dat er een gesproken uitleg is. Klik op dit symbool om de uitleg te horen.

Vul alle vragen in, zo goed als je kunt, ik kan de antwoorden die je geeft lezen en je krijgt daar feedback op. Log dus in met eigen je voor- en achternaam.

Veel plezier! 

Wat is een conflict?

2.3 Kenmerken goede scène

Een goede scène heeft altijd een conflict.
Een conflict is een probleem. Dit kan een probleem van één personage zijn, of tussen verschillende personages. 

Een conflict kan innerlijk (dus bij het personage van binnen) zijn, of uiterlijk (er is bijvoorbeeld ruzie op toneel)

Beschrijven van een conflict

Bekijk de volgende scène (op de volgende slide) en beschrijf het conflict tussen de twee personages. 

Wat is er aan de hand en waar zie je dat aan?

Wat was het conflict in deze scène?Wat is er aan de hand en waar zie je dat aan?
Geef daarbij aan of het een innerlijk of uiterlijk conflict is.

Spelgegevens

In een goede scène

2.5 De 4 functies van theater

Drama in de maatschappij

De 4 functies van theater zijn:

1. informeren / leren

2. amuseren

3. overtuigen

4. overhalen

Uitleg

0

Welke functie heeft deze voorstelling?

1. informeren / leren
2. amuseren
3. overtuigen
4. overhalen

0

Welke functie heeft deze voorstelling?

1. informeren / leren
2. amuseren
3. overtuigen
4. overhalen

Welke functie heeft deze voorstelling?

1. informeren / leren
2. amuseren
3. overtuigen
4. overhalen

0

Welke functie heeft deze voorstelling?

1. informeren / leren
2. amuseren
3. overtuigen
4. overhalen

0

Welke functie heeft deze voorstelling?

1. informeren / leren
2. amuseren
3. overtuigen
4. overhalen

Welke functie heeft deze voorstelling?

1. informeren / leren
2. amuseren
3. overtuigen
4. overhalen

Dit was de lessonup

Zorg ervoor dat je de hele theoriereader ( hoofdstuk 1, 2 , 3 incl de daarop volgende begrippenlijst) uit je hoofd leert. 

Deze moet je kennen èn kunnen toepassen aan het einde van de deeltaak in het SE, wat een schriftelijke toets is.