Thema 5 - Basisstof 4 les 2

Welkom bij biologie
Wat is biologie?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij biologie
Wat is biologie?

Slide 1 - Slide


Check in?
A
groene smiley
B
oranje smiley
C
rode smiley

Slide 2 - Quiz

Leerdoel:
  • Ik kan een planning maken én mij hier aan houden;
  • Ik kan uitleggen hoe spieren werken


Programma:
Proefwerk  18 mei
  • Herhalen basisstof 1-2-3
  • Theorie basisstof 4: Spieren
  • Verwerking

Slide 3 - Slide

Leren voor het proefwerk
4.1
4.2
4.3
4.4
Hoe leren?
Om te onthouden (R vragen)
Skelet 
Functies van het skelet
Opbouw van botten
kraakbeen
Gewrichten
Hoe spieren vast zitten aan botten
Flitskaartjes
test jezelf
Online oefenen
Om uit te kunnen leggen (Toepassen T1, T2, I vragen)
Botten vergelijken in bijvoorbeeld röntgen foto's, foto's van skeletten van dieren.


Uitleggen wat er gebeurt met de samenstelling van botten.

Voorbeelden van kraakbeen noemen
Uitleggen hoe een gewricht werkt, voorbeelden van gewrichten kunnen noemen
Wat gebeurt er met spieren als je ze aanspant en ontspant?

Hoe werken de spieren
Samenvatting maken
Uitleg geven
'Spiekbriefje' maken
Opdrachten opnieuw maken

Slide 4 - Slide

Terugblik 
Functies van het skelet:
  • Stevigheid:
    zonder skelet zak je in elkaar
  • Beweging:
    beenderen zijn met elkaar verbonden zodat je kan bewegen
  • Bescherming:
    Je skelet beschermt organen. Je borstkas beschermt de longen en het hart. De schedelbeenderen beschermen de hersenen
  • Vorm:
    Het skelet geeft vorm aan je lichaam
Schedel = botten in het hoofd
Wervelkolom = hierdoor wordt je hoofd gedragen loopt door tot het staartbeen
Borstkas:
De borstwervels, de ribben en het borstbeen
Schoudergordel:
schouderbladen en sleutelbeenderen
Bekkengordel/ het bekken:
heupbeenderen en het heiligbee
n
ledematen= armen en benen
Botten worden ook beenderen genoemd
Theorie basisstof 1
Romp

Slide 5 - Slide

Uitleg basisstof 2
Botten bestaan uit kalk en lijmstof:


Bekijk de video 



Verandering in botten:

De botten van baby's bestaan uit meer lijmstof waardoor de botten buigzamer zijn

De botten van ouderen bestaan uit meer kalk waardoor ze sneller
breken
Een functie van het skelet is beweging. Tussen de botten zit kraakbeen, zodat de botten niet over elkaar heen schuiven
Ook komt kraakbeen voor op plaatsen die stevig én soepel moeten zijn zoals in de neus en oorschelpen.

Kraakbeen is stevig, maar toch buigzaam

Slide 6 - Slide

Botverbindingen 
Manieren waarop botten met elkaar verbonden kunnen zijn:
Theorie basisstof 3
Opbouw van het skelet door beenverbindingen (bekijk de video)

Een gewricht is een verbinding tussen twee botten. Door een gewricht kunnen de botten gemakkelijk bewegen
Gewricht kapsel en kapselbanden
Om het gewricht heen zit een stevig vlies. Dit vlies heet gewrichtskapsel. Het gewrichtskapsel houdt de botten bij elkaar. Het gewrichtskapsel maakt ook het gewrichtssmeer.

Om het gewricht zitten kapselbanden. De kapselbanden zijn een extra versteviging. Ze helpen mee om de botten op hun plaats te houden
Gewricht kogel en kom
Het uiteinde van één bot is bol. Dit heet de gewrichtskogel. Het uiteinde van het andere bot is hol. Dit heet de gewrichtskom.

Slide 7 - Slide

Spieren door heel je lichaam:
- Bekijk de video over spieren
- om botten te bewegen
- in de organen, zoals huidspiertjes en spiertjes in de darmwand

Bekijk de video voor extra uitleg over de armbuig en strekspier (de antagonisten)

Pezen
Pezen: 
- spier zit met pezen aan het bot vast. Pezen zijn de witte delen aan het einde van elke spier
- de aanhechtingsplaats is de plek waar de pees aan het bot vastzit 
- een pees kan niet samentrekken


Een pees voelen:
- Voel met je vingers van de linkerhand aan de binnenkant van je elleboog
- Buig nu je je rechterarm
Spieren
Spieren:
Een spier kan zich samentrekken, dan wordt de spier korter en dikker. De spier trekt dan de botten waar de spier aan vastzit naar elkaar toe. Zo onstaat beweging. 
Antagonisten
Twee spieren die een tegengesteld effect hebben. Om een deel van je lichaam te bewegen zijn altijd minstens 2 spieren nodig.
Armbuigspier
Armbuigspier (biceps): 
Als deze zich samentrekt, wordt hij korter en dikker. De onderarm wordt dan omhoog getrokken. 
Armstrekspier
Armstrekspier (triceps): 
Als deze zich samentrekt wordt hij korter en dikker. De onderarm wordt dan gestrekt. 
Theorie basisstof 4

Slide 8 - Slide


Hoe heet deze spier?
A
Kuitspier
B
Voorste scheenbeenspier
C
Achterste scheenbeenspier
D
Voorste kuitspier

Slide 9 - Quiz

zijn spieren organen?
A
ja spieren zijn inderdaad organen
B
nee dat zijn geen organen

Slide 10 - Quiz


Als deze spieren aanspannen
A
gaat de pols buigen
B
gaat de pols strekken
C
gebeurt er niets in de pols
D
gaat de pols draaien

Slide 11 - Quiz

Hier zie je de binnenkamt van een gebogen been. Wat is wat? 
A
B
C
D
gewricht
bot
spier
pees

Slide 12 - Drag question

Sleep de namen van de onderdelen van het gewricht uit de rechter kolom naar het juiste nummer in de linker kolom.
kraakbeenlaagje
gewrichtssmeer
gewrichtskapsel
gewrichtsband
gewrichtskogel
gewrichtskom

Slide 13 - Drag question

Verwerking
Maak op biologie online (4.4) opdracht 1 t/m 7

Klaar:
Leren met video's 


Alles af?

  • Basisstof 4.1:      1 t/m 7
  • Basisstof 4.2:     2-3-6
  • Bassisstof 4.3:   1-3-4-5

Slide 14 - Slide