Hulp bieden bij verplaatsen (transfer)

Hulp bieden bij verplaatsen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ZorgopleidingPraktijkonderwijs

This lesson contains 16 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hulp bieden bij verplaatsen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke begrippen tijdens deze les
  1. Zorgverlener
  2. Zorgvrager
  3. Werkhouding
  4. Ergonomie
  5. Rollator
  6. Rolstoel

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doel
Na deze les heb jij kennis van:
-  het gebruik van een rollator
- het gebruik van een rolstoel

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Zorgverlener en zorgvrager

Zorgverlener = degene die zorg biedt (artsen, apotheken, verpleegkundige, woonhulp, helpende, etc).

Zorgvrager = degene die zorg vraagt (patiënt, klant en cliënt).

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Werkhouding
Een goede werkhouding is belangrijk in alle beroepen. Bij een goede werkhouding voorkom je lichamelijke klachten. 

Een werkgever is verplicht om te voldoen aan een veilige en een gezonde leefomgeving. 


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Ergonomie
Ergonomie werken betekent dat je tijdens je werk geen lichamelijke of geestelijke klachten oploopt. 

  • Lichaamshouding 
  • Hulpmiddelen: rolstoel, rollator, tillift, glijzeil en draaischijf
  • Materialen in hoogte verstelbaar ---> bureaustoel 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Rollator
Een rollator is een handig hulpmiddel voor bij het lopen. Een rollator helpt om zelfstandigheid te behouden. Vaak gaan mensen een rollator gebruiken nadat zij zijn gevallen of merken dat hun evenwicht achteruit gaat of behoefte hebben aan meer steun en stabiliteit.



Slide 7 - Slide

mobiliteit betekent letterlijk beweeglijkheid. Dat je kan bewegen door te fietsen te lopen etc. 


PROTOCOL ROLLATOR KAN JE VINDEN IN DE MAP MET OPDRACHTEN 

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Rolstoel
Een rolstoel is een vervoermiddel voor mensen die slecht of niet kunnen lopen.
Er bestaan verschillende soorten rolstoelen. Welke rolstoel geschikt is, hangt af van allerlei factoren. 

- Een duwrolstoel: iemand moet de rolstoel duwen. 
- Een handbewogen rolstoel: rolstoel met twee grote wielen. De gebruiker kan zich zelfstandig verplaatsen door met de handen aan de hoepels aan de wielen te draaien. 
- Een elektrische rolstoel: rolstoel kan bestuurd worden door middel van een joystick. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Aandachtspunten bij het verplaatsen van een zorgvrager
  • Stel jezelf voor 
  • Vertel wat je gaat doen
  • Zet alles wat je nodig hebt binnen handbereik (rollator)
  • Zet alle hulpmiddelen die je gaat gebruiken op de rem
  • Til alleen als het echt nodig is, achterhaal wat de zorgvrager zelf kan (redzaamheid stimuleren)
  • Vertel iedere stap die je uitvoert
  • Spreek een teken af met de zorgvrager
  • Til vanuit je knieën. 
  • Vraag indien nodig om hulp

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Praktijkopdracht 1 rollator

Een cliënt krijgt een rollator van de thuiszorg. De cliënt weet niet hoe hij/zij een rollator moet gebruiken. Help de cliënt bij het gebruik van de rollator. Neem daarbij eerst het protocol door en bekijk nogmaals het filmpje van een rollator. 

In groepjes van twee
Student 1: cliënt
Student 2: servicemedewerker 
Praktijkopdracht 2 rolstoel

Een cliënt wil heel graag van haar/zijn bed naar een rolstoel en wil daarna een rondje 'lopen' door de klas heen. 

In groepjes van drie voer je de opdracht rolstoel uit. 
Student 1: cliënt
Student 2: servicemedewerker
Student 3: observator. 

Slide 14 - Slide

de docent deelt protocol uit aan de hele klas. 
Praktijkopdracht
1. Bed opmaken
2. Rolstoel (zorgvrager, zorgverlener & observator)
3. Rollator (zorgvrager, zorgverlener & observator)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Link

This item has no instructions