NN7 - Meer dan lezen §4 - Feit, mening en argument opdr. 3 en 4 - 2H

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Feit, mening en argument

opdr. 3 en 4

NN7 - Meer dan lezen §4 - 2H

Pak vast je lesboek. We maken vandaag opdracht 3 en 4 en lezen Tekst 2 - Nooit meer een miskoop op blz. 28 en 29.

Je hebt voor deze les je boek nodig, je laptop en ook een pen...!

Miskoop...Kat in de zak...?

Open je boek op blz. 28.

In tekst 2 zijn enkele woorden onderstreept. Zoek ze op in de tekst. Leid de betekenis af uit de context of gebruik een woordenboek. Sleep de juiste betekenissen naar de woorden.

relaxed/ontspannen zitten

versieringen

toegepast op

in die tijd

keuzemogelijkheid

uitproberen

winkelbedrijven met meerdere vestigingen

zo weinig dat het niet echt helpt

grote verandering van gewoonten

tegengaan

loungen (al. 1)

decoraties (al. 1)

vertaalt naar (al. 2)

destijds (al. 3)

alternatief (al. 5)

experimenteren (al. 5)

ketens (al. 7)

een druppel op een gloeiende plaat (al. 8)

cultuuromslag (al. 9)

ontmoedigen (al. 9)

We lezen nu Tekst 2 - Nooit meer een miskoop.

Wat is het onderwerp van de tekst?

In alinea 3 staat een mening. Welke is dat?

1. Inmiddels is Lena niet meer de enige kledingbibliotheek in Nederland, maar ze was in 2014 wel de eerste.
2. De zussen Elisa, Angela en Diana Jansen waren destijds op zoek naar een manier om de kledingindustrie te verduurzamen.
3. Elisa: ‘Wij vonden toen al dat er veel te veel kleding werd gekocht en dat vinden we nog steeds.
4. De mensen dragen immers 80 procent van de tijd maar 20 procent van hun kleding.’

Zoek in alinea 3 het argument dat bij de mening uit de vorige vraag hoort.

1. Inmiddels is Lena niet meer de enige kledingbibliotheek in Nederland, maar ze was in 2014 wel de eerste.
2. De zussen Elisa, Angela en Diana Jansen waren destijds op zoek naar een manier om de kledingindustrie te verduurzamen.
3. Elisa: ‘Wij vonden toen al dat er veel te veel kleding werd gekocht en dat vinden we nog steeds.
4. De mensen dragen immers 80 procent van de tijd maar 20 procent van hun kleding.’

Omcirkel in je tekst de signaalwoorden aan waaraan je de mening en het argument in alinea 3 herkent.

(3) Inmiddels is Lena niet meer de enige kledingbibliotheek in Nederland, maar ze was in 2014 wel de eerste. De zussen Elisa, Angela en Diana Jansen waren destijds op zoek naar een manier om de kledingindustrie te verduurzamen. Elisa: ‘Wij vonden toen al dat er veel te veel kleding werd gekocht en dat vinden we nog steeds. De mensen dragen immers 80 procent van de tijd maar 20 procent van hun kleding.’

Omcirkel in je tekst de signaalwoorden aan waaraan je de mening en het argument in alinea 3 herkent.

(3) Inmiddels is Lena niet meer de enige kledingbibliotheek in Nederland, maar ze was in 2014 wel de eerste. De zussen Elisa, Angela en Diana Jansen waren destijds op zoek naar een manier om de kledingindustrie te verduurzamen. Elisa: ‘Wij vonden toen al dat er veel te veel kleding werd gekocht en dat vinden we nog steeds. De mensen dragen immers 80 procent van de tijd maar 20 procent van hun kleding.’

Welk verschil met vroeger noemt Elisa als het gaat om het kopen en lenen van kleding bij Lena? (al. 4)

Onderstreep in alinea 5 twee meningen.

(5) ‘Ik ben gestopt met kleding kopen sinds ik de kledingbibliotheek ken’, zegt student Sara Bos. Zij en haar tweelingzus Anne wonen om de hoek en komen nu ruim een maand bij Lena. Anne: ‘Het voelde slecht zoveel te blijven kopen, als je weet hoe kleding gemaakt wordt. Naar mijn idee is lenen dan ook een prima alternatief, want het is veel beter voor het milieu.’ Sara vult aan: ‘Ik vind de kledingbibliotheek ook aantrekkelijk omdat ik van experimenteren houd. Ik kan nu makkelijk iets bolds lenen om uit te proberen, en in plaats van dat het daarna in de kast verdwijnt, breng ik het nu gewoon terug.’

Onderstreep in alinea 5 twee meningen.

(5) ‘Ik ben gestopt met kleding kopen sinds ik de kledingbibliotheek ken’, zegt student Sara Bos. Zij en haar tweelingzus Anne wonen om de hoek en komen nu ruim een maand bij Lena. Anne: ‘Het voelde slecht zoveel te blijven kopen, als je weet hoe kleding gemaakt wordt. Naar mijn idee is lenen dan ook een prima alternatief, want het is veel beter voor het milieu.’ Sara vult aan: ‘Ik vind de kledingbibliotheek ook aantrekkelijk omdat ik van experimenteren houd. Ik kan nu makkelijk iets bolds lenen om uit te proberen, en in plaats van dat het daarna in de kast verdwijnt, breng ik het nu gewoon terug.’

Onderstreep nu in alinea 5 twee argumenten aan die bij de meningen uit de vorige vraag horen.

(5) ‘Ik ben gestopt met kleding kopen sinds ik de kledingbibliotheek ken’, zegt student Sara Bos. Zij en haar tweelingzus Anne wonen om de hoek en komen nu ruim een maand bij Lena. Anne: ‘Het voelde slecht zoveel te blijven kopen, als je weet hoe kleding gemaakt wordt. Naar mijn idee is lenen dan ook een prima alternatief, want het is veel beter voor het milieu.’ Sara vult aan: ‘Ik vind de kledingbibliotheek ook aantrekkelijk omdat ik van experimenteren houd. Ik kan nu makkelijk iets bolds lenen om uit te proberen, en in plaats van dat het daarna in de kast verdwijnt, breng ik het nu gewoon terug.’

Onderstreep nu in alinea 5 twee argumenten aan die bij de meningen uit de vorige vraag horen.

(5) ‘Ik ben gestopt met kleding kopen sinds ik de kledingbibliotheek ken’, zegt student Sara Bos. Zij en haar tweelingzus Anne wonen om de hoek en komen nu ruim een maand bij Lena. Anne: ‘Het voelde slecht zoveel te blijven kopen, als je weet hoe kleding gemaakt wordt. Naar mijn idee is lenen dan ook een prima alternatief, want het is veel beter voor het milieu.’ Sara vult aan: ‘Ik vind de kledingbibliotheek ook aantrekkelijk omdat ik van experimenteren houd. Ik kan nu makkelijk iets bolds lenen om uit te proberen, en in plaats van dat het daarna in de kast verdwijnt, breng ik het nu gewoon terug.’

Omcirkel de signaalwoorden aan waaraan je de meningen en de argumenten in alinea 5 herkent. (hint: vier stuks)

(5) ‘Ik ben gestopt met kleding kopen sinds ik de kledingbibliotheek ken’, zegt student Sara Bos. Zij en haar tweelingzus Anne wonen om de hoek en komen nu ruim een maand bij Lena. Anne: ‘Het voelde slecht zoveel te blijven kopen, als je weet hoe kleding gemaakt wordt. Naar mijn idee is lenen dan ook een prima alternatief, want het is veel beter voor het milieu.’ Sara vult aan: ‘Ik vind de kledingbibliotheek ook aantrekkelijk omdat ik van experimenteren houd. Ik kan nu makkelijk iets bolds lenen om uit te proberen, en in plaats van dat het daarna in de kast verdwijnt, breng ik het nu gewoon terug.’

Omcirkel de signaalwoorden aan waaraan je de meningen en de argumenten in alinea 5 herkent. (hint: vier stuks)

(5) ‘Ik ben gestopt met kleding kopen sinds ik de kledingbibliotheek ken’, zegt student Sara Bos. Zij en haar tweelingzus Anne wonen om de hoek en komen nu ruim een maand bij Lena. Anne: ‘Het voelde slecht zoveel te blijven kopen, als je weet hoe kleding gemaakt wordt. Naar mijn idee is lenen dan ook een prima alternatief, want het is veel beter voor het milieu.’ Sara vult aan: ‘Ik vind de kledingbibliotheek ook aantrekkelijk omdat ik van experimenteren houd. Ik kan nu makkelijk iets bolds lenen om uit te proberen, en in plaats van dat het daarna in de kast verdwijnt, breng ik het nu gewoon terug.’

Wat bedoelt Sara met ‘iets bolds’, denk je? (al. 5)

In alinea 7 staat een tegenstelling. Welke twee ontwikkelingen worden tegenover elkaar gezet?

We lezen nu Tekst 3 - een stukje uit het Noord-Hollands Dagblad.

Onderstreep in tekst 3 een mening waar een argument bij hoort.

Nanette Hoogervorst huurt al ruim drie jaar kleding bij Lena. ‘Ik denk dat ik zo’n veertig euro per maand uitgeef. Heel soms vind ik iets zo leuk, dat ik het koop. Ik merk dat ik bijna nooit meer nieuwe kleding koop sinds ik huur. Ik heb er – anders dan vroeger – simpelweg geen behoefte meer aan. En áls ik iets koop, dan kies ik voor een item dat ik echt heel mooi vind, van goede kwaliteit, geen fast fashion.’
Ze hoopt dat kleding huren steeds normaler wordt: ‘Het is een gemakkelijke manier om de mode-industrie te verduurzamen. Je kunt namelijk bijna 40 kilogram CO2-uitstoot per jaar verminderen als je zes kledingstukken minder koopt.’

Onderstreep in tekst 3 een mening.

Nanette Hoogervorst huurt al ruim drie jaar kleding bij Lena. ‘Ik denk dat ik zo’n veertig euro per maand uitgeef. Heel soms vind ik iets zo leuk, dat ik het koop. Ik merk dat ik bijna nooit meer nieuwe kleding koop sinds ik huur. Ik heb er – anders dan vroeger – simpelweg geen behoefte meer aan. En áls ik iets koop, dan kies ik voor een item dat ik echt heel mooi vind, van goede kwaliteit, geen fast fashion.’
Ze hoopt dat kleding huren steeds normaler wordt: ‘Het is een gemakkelijke manier om de mode-industrie te verduurzamen. Je kunt namelijk bijna 40 kilogram CO2-uitstoot per jaar verminderen als je zes kledingstukken minder koopt.’

Onderstreep nu in tekst 3 het argument dat bij de mening uit de vorige vraag hoort.

Nanette Hoogervorst huurt al ruim drie jaar kleding bij Lena. ‘Ik denk dat ik zo’n veertig euro per maand uitgeef. Heel soms vind ik iets zo leuk, dat ik het koop. Ik merk dat ik bijna nooit meer nieuwe kleding koop sinds ik huur. Ik heb er – anders dan vroeger – simpelweg geen behoefte meer aan. En áls ik iets koop, dan kies ik voor een item dat ik echt heel mooi vind, van goede kwaliteit, geen fast fashion.’
Ze hoopt dat kleding huren steeds normaler wordt: ‘Het is een gemakkelijke manier om de mode-industrie te verduurzamen. Je kunt namelijk bijna 40 kilogram CO2-uitstoot per jaar verminderen als je zes kledingstukken minder koopt.’

Onderstreep nu in tekst 3 het argument dat bij de mening uit de vorige vraag hoort.

Nanette Hoogervorst huurt al ruim drie jaar kleding bij Lena. ‘Ik denk dat ik zo’n veertig euro per maand uitgeef. Heel soms vind ik iets zo leuk, dat ik het koop. Ik merk dat ik bijna nooit meer nieuwe kleding koop sinds ik huur. Ik heb er – anders dan vroeger – simpelweg geen behoefte meer aan. En áls ik iets koop, dan kies ik voor een item dat ik echt heel mooi vind, van goede kwaliteit, geen fast fashion.’
Ze hoopt dat kleding huren steeds normaler wordt: ‘Het is een gemakkelijke manier om de mode-industrie te verduurzamen. Je kunt namelijk bijna 40 kilogram CO2-uitstoot per jaar verminderen als je zes kledingstukken minder koopt.’

Omcirkel het signaalwoord waaraan je het argument van de vorige vraag herkent.

Nanette Hoogervorst huurt al ruim drie jaar kleding bij Lena. ‘Ik denk dat ik zo’n veertig euro per maand uitgeef. Heel soms vind ik iets zo leuk, dat ik het koop. Ik merk dat ik bijna nooit meer nieuwe kleding koop sinds ik huur. Ik heb er – anders dan vroeger – simpelweg geen behoefte meer aan. En áls ik iets koop, dan kies ik voor een item dat ik echt heel mooi vind, van goede kwaliteit, geen fast fashion.’
Ze hoopt dat kleding huren steeds normaler wordt: ‘Het is een gemakkelijke manier om de mode-industrie te verduurzamen. Je kunt namelijk bijna 40 kilogram CO2-uitstoot per jaar verminderen als je zes kledingstukken minder koopt.’

Wat is het belangrijkste tekstdoel van tekst 2?

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. activeren

Ennnn dat was 'm alweer...!