Tellen en Rekenen: Wat is het verschil tussen 'één meer', 'één minder' en 'tussen'

Tellen en Rekenen: Wat is het verschil tussen 'één meer', 'één minder' en 'tussen'
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tellen en Rekenen: Wat is het verschil tussen 'één meer', 'één minder' en 'tussen'

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Begrijpen wat 'één meer', 'één minder' en 'tussen' betekent.
- In staat zijn om deze berekeningen uit te voeren.

Slide 2 - Slide

Introduceer de doelen van de les.
Wat weet je al over het tellen van getallen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is 'één meer'?
Als we 'één meer' willen berekenen, tellen we er één bij op. Bijvoorbeeld: 5 + 1 = 6.

Slide 4 - Slide

Leg uit wat 'één meer' betekent en geef een voorbeeld.
Wat is 'één minder'?
Als we 'één minder' willen berekenen, trekken we er één vanaf. Bijvoorbeeld: 8 - 1 = 7.

Slide 5 - Slide

Leg uit wat 'één minder' betekent en geef een voorbeeld.
Wat is 'tussen'?
Als we 'tussen' willen berekenen, kijken we naar de twee getallen en vinden we het getal dat ertussen ligt. Bijvoorbeeld: 'tussen' 3 en 5 is 4.

Slide 6 - Slide

Leg uit wat 'tussen' betekent en geef een voorbeeld.
Oefening 'één meer'
Wat is 'één meer' dan 9?

Slide 7 - Slide

Stel de vraag en vraag de studenten om te antwoorden.
Oefening 'één minder'
Wat is 'één minder' dan 11?

Slide 8 - Slide

Stel de vraag en vraag de studenten om te antwoorden.
Oefening 'tussen'
Wat is 'tussen' 6 en 10?

Slide 9 - Slide

Stel de vraag en vraag de studenten om te antwoorden.
Meer oefeningen
Geef de studenten meer oefeningen om hun vaardigheden te verbeteren.

Slide 10 - Slide

Geef de studenten extra oefeningen om de leerdoelen te versterken.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.